Bisdom Haarlem-Amsterdam








‘Nu voel ik mij veilig’

gepubliceerd: vrijdag, 1 juli 2016
foto: Emy Jansons-Van Steekelenburg
Pater Putman in gesprek met een dakloze in ‘De Kloof’ (een inloophuis van De Regenboog-Amoc) op de Kloveniersburgwal
Pater Putman in gesprek met een dakloze in ‘De Kloof’ (een inloophuis van De Regenboog-Amoc) op de Kloveniersburgwal
Broeder Emile Gerards is in gesprek met een vluchtelinge uit Somalië in het ‘vluchtkantoor’ wat inmiddels gesloopt is
Broeder Emile Gerards is in gesprek met een vluchtelinge uit Somalië in het ‘vluchtkantoor’ wat inmiddels gesloopt is

Roland Putman is fran­cis­caan en pastoor. In Am­ster­dam is hij actief bij de opvang van vluch­te­lingen. Mate­rië­le hulp is na­tuur­lijk be­lang­rijk, schrijft hij, maar het gaat om het contact van mens tot mens.

“De vreem­de­lingen her­bergen” is nog even actueel als in Jezus’ dagen. Sinds eind vorig jaar moet ik daarbij denken aan mijn nachten op het Centraal Station van Am­ster­dam. Ik was gevraagd om te helpen met de opvang van vluch­te­lingen. We deden dat in een zaal die over­dag als inloop voor dak­lo­zen wordt gebruikt. De eerste vluch­te­lingen zijn mij nog het meest bij­ge­ble­ven, hoe ze binnenkwamen: berooid, met weinig meer dan een rug­zakje, en vaak nog min­der.

Vluch­te­lingen

Het is tegen 22.00 uur. Een jong gezin komt binnen, met twee peuters van amper 3 jaar. Speciaal voor hen is wat speel­goed neer­ge­zet. De kleintjes waggelen met grote ogen achter een opwind­baar brandweerautootje aan. Ze wor­den even niet opgejaagd. Hun ouders kunnen even gewoon pappa en mamma zijn. Een jongeman lacht zenuwach­tig. Hij heeft geen familie meer. Zijn ouders zijn omge­ko­men bij een bombarde­ment. Hij stu­deerde auto­tech­niek, maar zijn school is platgegooid.

Hij laat mij een foto zien van hem en zijn broer, bei­den gewond door een granaatin­slag. Zijn broer leeft niet meer. Net als al die anderen vluch­te­lingen heeft de jongeman een mobieltje. Het is zijn enige bezit en bevat de foto’s van zijn leven-op-de-vlucht. Even later komt een groepje mannen uit Eritrea en Syrië binnen, onder hen een jongen van 8 jaar. Hoe ver­schil­lend ook hun ach­ter­grond, de barre tocht heeft hen bij elkaar gebracht. De volgende morgen om 09.07 uur krijgen ze bij de spoorwegpolitie een kaartje naar Ter Apel, onzeker hoever ze nog moeten gaan... Ik neem hen mee in gebed. En typ het wat voor mij uit op Facebook, omdat ik het be­lang­rijk vind om het met anderen te delen (en in gebed aan te bevelen).

Welkomst­groet

Een van de jon­ge­man­nen die ik op een nacht zie binnen­ko­men, is amper 15. Hij is alleen, zon­der ouders. Zijn groot­ou­ders had­den al hun spaar­geld opgeno­men, zodat hij kon vluchten uit een uit­zichtloos bestaan. Om één uur in die nacht komt een dokter voor een baby die al twee dagen diarree heeft en eczeem. De moe­der kijkt vertwijfeld. De dokter onder­zoekt ook de andere kin­de­ren in de zaal. Twee kin­de­ren kruipen samen onder een dekentje. Een vader vertroe­telt zijn zoontje, terwijl de dokter foto’s maakt van diens han­den en rug.

Even wat rumoer als een jongeman het niet meer trekt; andere kalmeren hem. Een meisje kruipt ver­schrikt weg achter haar vader. De rust is snel weer­ge­keerd. Het lijkt alsof je zo weinig kunt betekenen, maar het zit het hem juist in het een­vou­dige. “Ik kan nu rus­tig gaan slapen”, ver­telt een vermoeide Syrië aan mijn mede­broe­der Jan ter Maat. “Nu voel ik mij veilig omdat iemand over mij waakt.” Speciaal voor de opvang hebben we ons in oranje T-shirts gehesen met in het Arabisch en Engels een wel­komst­groet. We willen de vreem­de­lingen, die al zoveel boos­heid en geweld hebben mee­ge­maakt, laten zien dat wij blij zijn hen veilig en wel te zien.

“We are here”

Met een mede­broe­der en een fran­cis­caanse jon­ge­ren­werkster ga ik regel­ma­tig naar het “Vlucht­kantoor”. Het gebouw is door een groep Neder­landse krakers voor vluch­te­lingen vrijgemaakt. De mensen hier komen vooral uit Eritrea, Somalië en Ethiopië. Som­mi­gen zijn al meer dan vijf jaar in Neder­land, zon­der dat hun vlucht­ver­haal is erkend. Ze noemen hun groep “We are here” omdat ze uit­druk­ke­lijk niet in de illegali­teit willen ver­blij­ven, maar zich telkens naar de over­heid willen verant­woor­den waarom ze in Neder­land blijven.

Ze zitten nu in een voor­ma­lig stads­kantoor in Am­ster­dam-West. Het zijn een vijf­tigtal mannen en vrouwen. Het is er schoon en de lei­ding van het hele gebouw lijkt bij één van de vrouwen te liggen. Zij ver­telde dat toen zij 14 jaar was, haar vader is vermoord, omdat hij haar niet ten huwe­lijk wilde geven aan de lei­der van de gewapende terreur­groep. Uit­ein­de­lijk wist zij uit gevangen­schap te ontvluchten. Terug­gaan kan en wil ze niet, dan zou het offer van haar vader voor niets zijn geweest. De meesten van hen hebben verschrikke­lijke dingen mee­ge­maakt, en in hun land van her­komst wacht hen een zekere dood.

Jaar van de Barm­har­tig­heid

De zeven werken van barm­har­tig­heid zijn:

Heilig Jaar van Barmhartigheid
  1. de hon­gerigen spijzen
  2. de dors­tigen laven
  3. de naakten kle­den
  4. de vreem­de­lingen her­bergen
  5. de zieken ver­zorgen
  6. de ge­van­ge­nen bezoeken
  7. de doden begraven

Zes van deze werken zijn gebaseerd op de woor­den van Jezus in het Evan­ge­lie van Matteüs (Mt. 25,35-36). Het zevende is gebaseerd op het Bijbel­boek Tobit (1,17). In de zeven edities van jaargang 2016 van SamenKerk beste­den wij, tij­dens het Heilig Jaar (van de Barm­har­tig­heid), steeds aan­dacht aan een van de werken van barm­har­tig­heid. Bij deze serie is steeds in het mid­den van SamenKerk een afbeel­ding afgedrukt van ‘De werken van barm­har­tig­heid’ van de Meester van Alkmaar uit 1504 (thans te bezich­tigen in het Rijks­mu­seum).

Ze zijn hier in ieder geval veilig en blij met de kle­ding, lakens en dekens die we mee­bren­gen. Als ik vraag wat ze nodig hebben, geven ze aan dat ze eigen­lijk graag iets willen delen. Het voorstel is om een zang­avond te or­ga­ni­se­ren, samen met koren uit de Eloy­paro­chie in Beverwijk waar ik als pastoor mag werken.

Gewoon contact

Gaandeweg ontdek ik hoeveel mensen bereid zijn anderen op te vangen. De vreem­de­lingen her­bergen zit hem niet zozeer in de opvang in een woning, hoe be­lang­rijk als eerste stap ook. Het is het contact van mens tot mens. De ander die zich op zijn gemak mag voelen. Het gezien wor­den en de ander laten voelen dat hij van bete­ke­nis voor jou is.

Meer dan geven is het ook ont­van­gen wat zij te bie­den hebben. Waar opvang is voor vluch­te­lingen, is er vaak een enorme groep mensen die als vrij­wil­li­ger betrokken zijn. Juist de kleinschalige opvang biedt de ruimte om de vreem­de­ling ter her­bergen. Het is een werk van barm­har­tig­heid, waarin Christus ons leert dat wat je aan de minste van de zijnen hebt gedaan, je aan Hem doet die de Gever van alle goeds is. Het is het werk van barm­har­tig­heid waarin God ons veel goeds geeft.

Roland Putman ofm


Gerelateerde nieuwsberichten

dinsdag, 20 december 2016Zeven werken van barmhartigheid
maandag, 19 december 2016“Ik geloof heilig in een tweede kans”
dinsdag, 1 november 2016De naam noemen doet pijn; niet noemen nog meer...
donderdag, 1 september 2016‘Een zegen om haar te verplegen’
maandag, 22 augustus 2016Pelgrimage Amsterdam - Jaar van Barmhartigheid
donderdag, 19 mei 2016Geen € 50 in broekzakken
vrijdag, 15 april 2016Paus Franciscus spreekt op Nederlandse dag in Rome
woensdag, 30 maart 2016De dorstige laven in de Efteling
donderdag, 11 februari 2016“Iedere keer weer lekker…”
zaterdag, 2 januari 2016Opening Heilige Deur St. Bavokathedraal Video
dinsdag, 15 december 2015Heilige Deuren geopend - Heiloo & Amsterdam
woensdag, 2 december 2015Opening Heilige Deuren in het Jaar van de Barmhartigheid
vrijdag, 20 november 2015Jaar van de Barmhartigheid op Facebook
maandag, 16 november 2015Brochure over het Jaar van de Barmhartigheid
vrijdag, 13 november 2015Website Heilig Jaar van de Barmhartigheid online
dinsdag, 15 september 2015Bisschoppen schrijven brief bij ‘Heilig Jaar van de Barmhartigheid’
donderdag, 28 mei 2015Voorbereiding op Heilig Jaar van de Barmhartigheid



Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose