Woensdagcatechese 27 augustus 2025
Algemene audiëntie paus Leo XIV

Op woensdag 18 december 2024 is paus Franciscus begonnen aan een cyclus van woensdagcatecheses over het Jubeljaar 2025. Paus Leo XIV zet de catechesecyclus voort vanaf woensdag 21 mei 2025.
Deze catecheses zijn in diverse talen beschikbaar op de website van het Vaticaan maar hieronder plaatsen we de link naar de Engelse tekst en voor uw gemak ook een AI vertaling naar het Nederlands. (deze AI vertaling kan onregelmatigheden bevatten)
Paus Leo XIV
Algemene Audiëntie
Woensdag 27 augustus 2025
Catechesecyclus
Jubileum 2025. Jezus Christus, onze hoop
III. De Passie van Jezus 4
De overgave
“Wie zoeken jullie?” (Joh 18:4)
Beste broeders en zusters
Vandaag staan we stil bij een scène die het begin markeert van Jezus’ lijden: zijn arrestatie in de Hof van Olijven. De evangelist Johannes toont ons, met zijn gebruikelijke diepgang, geen angstige Jezus die vlucht of zich verbergt. Integendeel, we zien een vrije man die zelf het woord neemt en zijn lot moedig tegemoet treedt, in het uur waarin de grootste liefde zich openbaart.
“Jezus, die alles wist wat Hem zou overkomen, trad naar voren en zei: ‘Wie zoeken jullie?’” (Joh. 18,4). Jezus weet wat Hem te wachten staat, maar kiest ervoor niet terug te deinzen. Hij geeft zich over, niet uit zwakte, maar uit liefde. Een liefde zo vol en rijp dat ze geen afwijzing vreest. Jezus wordt niet gevangengenomen; Hij laat zich gevangennemen. Hij is geen slachtoffer, maar de gever van een geschenk. In deze daad ligt een hoop op verlossing voor de mensheid: de wetenschap dat we, zelfs in het donkerste uur, vrij kunnen blijven om volledig lief te hebben.
Wanneer Jezus zegt “Ik ben het”, vallen de soldaten op de grond. Dit is een mysterieus moment, want deze uitspraak verwijst in de Bijbel naar Gods eigen naam: “Ik ben”. Jezus laat zien dat Gods aanwezigheid zich manifesteert waar de mens onrecht, angst en eenzaamheid ervaart. Juist daar schijnt het ware licht, zonder angst te worden overweldigd door de oprukkende duisternis.
In het holst van de nacht, wanneer alles lijkt in te storten, toont Jezus dat christelijke hoop geen ontsnapping is, maar een bewuste keuze. Deze houding komt voort uit diep gebed, waarin niet gevraagd wordt om gespaard te worden van lijden, maar om de kracht om vol te houden in liefde, wetend dat een leven dat uit liefde wordt geschonken door niemand kan worden afgenomen.
“Als jullie Mij zoeken, laat de anderen dan gaan” (Joh. 18,8). Op het moment van zijn arrestatie denkt Jezus niet aan zichzelf redden; Hij wil alleen dat zijn vrienden vrij kunnen vertrekken. Dit toont dat zijn offer een ware daad van liefde is. Jezus laat zich gevangennemen om zijn discipelen vrijheid te schenken.
Jezus leefde elke dag als voorbereiding op dit dramatische en verheven uur. Daarom zoekt Hij, als het zover is, geen uitweg. Zijn hart weet dat een leven verliezen uit liefde geen mislukking is, maar een mysterieuze vruchtbaarheid draagt. Zoals een graankorrel die, door in de grond te vallen, niet alleen blijft, maar sterft en vrucht draagt.
Ook Jezus voelt onrust tegenover een weg die enkel naar dood en einde lijkt te leiden. Toch is Hij ervan overtuigd dat alleen een leven dat uit liefde wordt verloren, uiteindelijk wordt teruggevonden. Dat is de ware hoop: niet het vermijden van pijn, maar het geloof dat zelfs in het diepste, meest onrechtvaardige lijden een kiem van nieuw leven verborgen ligt.
En wij? Hoe vaak verdedigen we ons leven, onze plannen, onze zekerheden, zonder te beseffen dat we zo alleen blijven? De logica van het Evangelie is anders: alleen wat wordt geschonken, bloeit; alleen liefde die belangeloos wordt, kan vertrouwen brengen waar alles verloren lijkt.
Het Evangelie van Marcus vertelt ook over een jongeman die, wanneer Jezus wordt gearresteerd, naakt wegvlucht (Mc. 14,51). Dit is een raadselachtig, maar krachtig beeld. Ook wij, in ons streven om Jezus te volgen, worden soms overvallen en ontdaan van onze zekerheden. Dat zijn de moeilijkste momenten, waarin we in de verleiding komen om het Evangelie op te geven omdat liefde een onmogelijke reis lijkt. Maar aan het einde van het Evangelie is het juist een jongeman, niet langer naakt maar gekleed in een wit gewaad, die de verrijzenis aankondigt aan de vrouwen.
Dat is de hoop van ons geloof: onze zonden en aarzelingen verhinderen God niet om ons te vergeven en ons verlangen te vernieuwen om Hem te volgen, zodat we in staat zijn ons leven te geven voor anderen.
Beste broeders en zusters, laten ook wij ons overgeven aan de goede wil van de Vader, zodat ons leven een antwoord wordt op het ontvangen goede. In het leven hoeft niet alles onder controle te zijn. Het is genoeg om elke dag te kiezen voor vrije liefde. Dat is de ware hoop: weten dat, zelfs in de duisternis van de beproeving, Gods liefde ons draagt en in ons de vrucht van eeuwig leven laat rijpen.