Pausboodschap Werelddag van de Armen
Van de boodschap van de Heilige Vader voor de negende Werelddag van de Armen die op 16 november wordt gehouden is een werkvertaling gemaakt in afwachting van de officiële vertaling.
- Download de werkvertaling (pdf)
- Of lees hem hieronder integraal op deze website:
Boodschap van de Heilige Vader
voor de negende Wereld van de Armen
33e zondag door het jaar
16 november 2025
U bent mijn hoop (cf. Ps 71,5)
1. “U, Heer, bent mijn hoop” (Ps 71,5). Deze woorden komen voort uit een hart dat gebukt gaat onder zware beproevingen: “U hebt mij vele kwelling laten zien” (v. 20), roept de psalmist uit. Tegelijkertijd blijft zijn hart open en vol vertrouwen; standvastig in het geloof erkent hij de steun van God, die hij “een rots en een sterke vesting” noemt (v. 3). Vandaar zijn blijvende vertrouwen dat de hoop op God nooit teleurstelt: “Ik zoek mijn toevlucht bij U, heer, beschaam mij nooit ofte nimmer.” (v. 1).
Te midden van de beproevingen van het leven wordt onze hoop geïnspireerd door de vaste en geruststellende zekerheid van Gods liefde, die door de Heilige Geest in ons hart is uitgestort. Die hoop stelt niet teleur (cf. Rom 5,5). Zo kon de heilige Paulus aan Timoteüs schrijven: “Dit is het doel van al ons zwoegen en strijden, want wij hebben onze hoop gesteld op de levende God.” (1 Tim 4,10). De levende God is immers “de God van de hoop” (Rom 15,13), en Christus is door zijn dood en verrijzenis zelf “onze hoop” geworden (1 Tim 1,1). We mogen nooit vergeten dat we in deze hoop zijn gered en dat we daarin stevig geworteld moeten blijven.
De Armen als Getuigen van Hoop
2. De armen kunnen getuigen zijn van een sterke en standvastige hoop, juist omdat zij die belichamen te midden van onzekerheid, armoede, instabiliteit en marginalisering. Zij kunnen niet rekenen op de zekerheid van macht en bezit; integendeel, zij zijn daarvan afhankelijk en vaak het slachtoffer ervan. Hun hoop moet noodzakelijkerwijs elders worden gezocht. Door te erkennen dat God onze eerste en enige hoop is, gaan ook wij over van vluchtige hoop naar een blijvende hoop. Zodra we verlangen dat God ons begeleidt op onze levensweg, wordt materiële rijkdom gerelativeerd, want we ontdekken de echte schat die we nodig hebben. De woorden die de Heer Jezus tot zijn leerlingen sprak, blijven krachtig en duidelijk: “Verzamel geen schatten op aarde, waar mot of houtworm ze aantast, en waar dieven inbreken om ze te stelen. Maar verzamel schatten in de hemel, waar mot noch houtworm ze aantasten, en waar geen dieven inbreken om ze te stelen” (Mt 6, 19-20).
De Ernstigste Armoede: God Niet Kennen
3. De ernstigste vorm van armoede is God niet kennen. Zoals paus Franciscus schreef in Evangelii Gaudium: “De ergste discriminatie waaronder de armen lijden is het gebrek aan geestelijke aandacht. De immense meerderheid van de armen heeft een bijzondere openheid voor het geloof; zij hebben God nodig en wij mogen het niet nalaten hun zijn vriendschap aan te bieden, zijn zegen, zijn Woord, de viering van de Sacramenten en het aanbod van een weg van groei en rijping in het geloof.” (nr. 200). Hier zien we een fundamenteel en essentieel besef van hoe we onze schat in God kunnen vinden. Zoals de apostel Johannes benadrukt: “Als iemand zegt dat hij God liefheeft, terwijl hij zijn broeder haat, is hij een leugenaar. Want als hij zijn broeder, die hij ziet, niet liefheeft, kan hij God niet liefhebben, die hij nooit heeft gezien.” (1 Joh. 4:20).
Dit is een geloofsregel en het geheim van de hoop: alle aardse goederen, materiële realiteiten, wereldse genoegens, economische welvaart, hoe belangrijk ook, kunnen ons hart geen geluk brengen. Rijkdom stelt vaak teleur en kan leiden tot tragische situaties van armoede - vooral de armoede die voortkomt uit het niet erkennen van onze behoefte aan God en uit de poging om zonder Hem te leven. Een uitspraak van de heilige Augustinus komt in me op: “Stel al uw hoop op God: voel uw behoefte aan Hem en laat Hem die behoefte vervullen. Zonder Hem zal alles wat u bezit u alleen maar leger maken” (Uitwijdingen over de psalmen 85:3).
Christelijke Hoop als Anker van Stabiliteit
4. Het woord van God zegt ons dat de christelijke hoop zekerheid is op elke stap van de levensweg, omdat zij niet afhangt van onze menselijke kracht, maar van de belofte van God, die altijd trouw is. Om deze reden hebben christenen vanaf het begin hoop geïdentificeerd met het symbool van het anker, dat stabiliteit en veiligheid biedt. Christelijke hoop is als een anker dat ons hart verankert in de belofte van de Heer Jezus, die ons door zijn dood en verrijzenis heeft gered en weer onder ons zal komen. Deze hoop blijft ons wijzen op de “nieuwe hemel” en de “nieuwe aarde” (2 Petr 3,13) als de ware horizon van ons bestaan, waar elk leven zijn authentieke betekenis zal vinden, want ons ware vaderland is in de hemel (cf. Fil 3,20).
De stad van God spoort ons daarom aan om de steden van mannen en vrouwen te verbeteren. Onze eigen steden moeten op de zijne gaan lijken. Hoop, gevoed door Gods liefde die door de Heilige Geest in ons hart is uitgestort (cf. Rom 5,5), maakt het hart van de mens tot vruchtbare grond waar naastenliefde voor het leven van de wereld kan bloeien. De traditie van de Kerk heeft altijd gewezen op de cirkelvormige relatie tussen de drie theologische deugden geloof, hoop en naastenliefde. Hoop komt voort uit geloof, dat haar voedt en ondersteunt op het fundament van naastenliefde, de moeder van alle deugden. Wij hebben allemaal naastenliefde nodig, hier en nu. Naastenliefde is niet alleen een belofte, maar een huidige realiteit die met vreugde en verantwoordelijkheid moet worden omarmd. Naastenliefde bindt ons en leidt onze beslissingen naar het algemeen welzijn. Omgekeerd ontberen zij die geen naastenliefde hebben niet alleen geloof en hoop, maar beroven zij ook hun naasten van hoop.
Verantwoordelijkheid en Tekenen van Naastenliefde
5. De Bijbelse oproep tot hoop houdt dus de plicht in om zonder aarzelen onze verantwoordelijkheid in de geschiedenis op ons te nemen. Naastenliefde is immers “het grootste sociale gebod” (Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 1889). Armoede heeft structurele oorzaken die moeten worden aangepakt en weggenomen. In de tussentijd is ieder van ons geroepen om nieuwe tekenen van hoop te stellen die getuigen van christelijke naastenliefde, zoals vele heiligen door de eeuwen heen hebben gedaan. Ziekenhuizen en scholen zijn bijvoorbeeld instellingen die zijn opgericht om de meest kwetsbaren en gemarginaliseerden te helpen. Deze instellingen zouden deel moeten uitmaken van het overheidsbeleid van elk land, maar oorlogen en ongelijkheid staan dit vaak in de weg. Tegenwoordig zijn tekenen van hoop steeds vaker te vinden in verzorgingstehuizen, gemeenschappen voor minderjarigen, luister- en opvangcentra, gaarkeukens, opvangcentra voor daklozen en scholen voor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen. Hoeveel van deze stille tekenen van hoop blijven vaak onopgemerkt, terwijl ze zo belangrijk zijn om onze onverschilligheid opzij te zetten en anderen te inspireren om zich in te zetten voor verschillende vormen van vrijwilligerswerk!
De armen zijn geen afleiding voor de Kerk, maar onze geliefde broeders en zusters, want door hun leven, hun woorden en hun wijsheid brengen zij ons in contact met de waarheid van het evangelie. De viering van de Werelddag van de Armen is bedoeld om onze gemeenschappen eraan te herinneren dat de armen centraal staan in al onze pastorale activiteiten. Dit geldt niet alleen voor het liefdadigheidswerk van de Kerk, maar ook voor de boodschap die zij viert en verkondigt. God heeft hun armoede op zich genomen om ons te verrijken door hun stem, hun verhalen en hun gezichten. Elke vorm van armoede, zonder uitzondering, roept ons op om het evangelie concreet te beleven en effectieve tekenen van hoop te geven.
De Uitnodiging van het Jubileumjaar
6. Dit is dan ook de uitnodiging die ons door deze jubileumviering wordt gedaan. Het is geen toeval dat de Werelddag van de Armen aan het einde van dit genadejaar wordt gevierd. Zodra de Heilige Deur gesloten is, moeten we de goddelijke gaven die ons gedurende dit hele jaar van gebed, bekering en getuigenis zijn geschonken, koesteren en met anderen delen. De armen zijn niet de ontvangers van onze pastorale zorg, maar creatieve subjecten die ons uitdagen om nieuwe manieren te vinden om het evangelie vandaag te beleven. Geconfronteerd met nieuwe vormen van verarming, kunnen we het risico lopen verhard en berustend te worden. Elke dag komen we arme of verarmde mensen tegen. Ook wij hebben misschien minder dan vroeger en verliezen wat eens zeker leek: een huis, voldoende voedsel voor elke dag, toegang tot gezondheidszorg en goed onderwijs, informatie, godsdienstvrijheid en vrijheid van meningsuiting.
Bij het bevorderen van het algemeen welzijn is onze sociale verantwoordelijkheid gegrondvest in Gods scheppingsdaad, die iedereen een aandeel geeft in de goederen van de aarde. Net als die goederen moeten ook de vruchten van menselijke arbeid voor iedereen gelijkelijk toegankelijk zijn. Het helpen van de armen is een kwestie van rechtvaardigheid, nog voor het een kwestie van naastenliefde is. Zoals Sint-Augustinus opmerkte: “Je geeft brood aan een hongerige, maar het zou beter zijn als niemand honger had, zodat je het niet zou hoeven weggeven. Je kleedt de naakten, maar zou het niet beter zijn als iedereen gekleed was en er geen behoefte was om in deze behoefte te voorzien?” (Commentaar St. Augustinus op 1 Johannes 8,5).
Ik hoop dan ook dat dit jubileumjaar een stimulans zal zijn voor de ontwikkeling van beleid dat gericht is op de bestrijding van oude en nieuwe vormen van armoede, en voor de uitvoering van nieuwe initiatieven ter ondersteuning en bijstand van de allerarmsten. Werk, onderwijs, huisvesting en gezondheidszorg zijn de fundamenten van een veiligheid die nooit met wapens kan worden bereikt. Ik spreek mijn waardering uit voor de initiatieven die al bestaan en voor de inspanningen die dagelijks op internationaal niveau worden geleverd door een groot aantal mannen en vrouwen van goede wil.
Laten we ons toevertrouwen aan Maria, de Troosteres van de Bedroefden, en laten we met haar een lied van hoop aanheffen, terwijl we ons de woorden van het Te Deum eigen maken: “In U, o Heer, is onze hoop, en wij zullen nooit tevergeefs hopen.”
Vanuit het Vaticaan, 13 juni 2025, gedenkdag van de heilige Antonius van Padua, patroonheilige van de armen.
+ LEO PP. XIV
Werkvertaling uit het Engels m.b.v. Deepl.com
Tussenkopjes zijn t.b.v. de leesbaarheid toegevoegd door de redactie