Bisdom Haarlem-Amsterdam










Woensdagcatechese 11 juni 2025

Algemene audiëntie paus Leo XIV

gepubliceerd: woensdag, 11 juni 2025
foto: Vatican Media
De paus houdt audiëntie in de publiekszaal
De paus houdt audiëntie in de publiekszaal

Op woens­dag 18 de­cem­ber 2024 is paus Fran­cis­cus be­gon­nen aan een cyclus van woens­dag­ca­te­che­ses over het Jubel­jaar 2025. Paus Leo XIV zet de catechese­cy­clus voort vanaf woens­dag 21 mei 2025.

Deze catecheses zijn in diverse talen be­schik­baar op de web­si­te van het Vati­caan maar hier­on­der plaatsen we de link naar de Engelse tekst en voor uw gemak ook een AI vertaling naar het Neder­lands. (deze AI vertaling kan onregel­ma­tig­he­den bevatten)

Wapen paus Leo XIV

Paus Leo XIV

Algemene Au­diën­tie

Woens­dag 11 juni 2025

Eerste woens­dagau­diën­tie van paus Leo XIV waarbij hij de catechesereeks van paus Fran­cis­cus oppakt en continuëert.

Catechese­cy­clus
Jubileum 2025. Jezus Christus, onze hoop
II. Het leven van Jezus
De parabels 9
Bartimeüs
“Heb goede moed! Sta op. Hij roept u.” (Marcus 10:49b)

Beste broe­ders en zusters

Met deze catechese wil ik onze aan­dacht richten op een ander essentieel aspect van het leven van Jezus, name­lijk zijn gene­zingen. Daarom nodig ik jullie uit om jullie meest pijn­lijke en kwets­ba­re plekken voor het Hart van Christus te brengen, die plaatsen in jullie leven waar jullie je vastgelopen en geblok­keerd voelen. Laten we vol ver­trouwen aan de Heer vragen om naar onze roep te luis­te­ren en ons te genezen!

De persoon die ons begeleidt in deze over­we­ging zal ons helpen te begrijpen dat we nooit de hoop mogen opgeven, zelfs niet als we ons verloren voelen. Hij is Bartimeüs, een blinde man en bede­laar, die Jezus ontmoet in Jericho (zie Marcus 10:46-52). De plaats is veelzeggend: Jezus is op weg naar Jeru­za­lem, maar begint zijn reis, als het ware, in de “onder­we­reld” van Jericho, een stad die onder zee­ni­veau ligt. Jezus ging immers met zijn dood naar de diepte om die Adam, die naar de bodem viel en die ieder van ons ver­te­gen­woor­digt, terug te halen.

Bartimeüs betekent “zoon van Timeüs”: de man wordt be­schre­ven door middel van een relatie, en toch is hij dra­ma­tisch alleen. Deze naam zou echter ook “zoon van eer” of “van bewon­dering” kunnen betekenen, precies het tegen­over­ge­stelde van de situatie waarin hij zich bevindt.1 En omdat de naam zo be­lang­rijk is in de Joodse cultuur, betekent dit dat Bartimeüs niet voldoet aan wat hij ge­roe­pen is te zijn.

In tegen­stel­ling tot de grote menigte die achter Jezus aanloopt, blijft Bartimeüs stil. De evangelist zegt dat hij aan de kant van de weg zit, en dus heeft hij iemand nodig om hem op te tillen en hem te helpen zijn reis te her­vat­ten.

Wat kunnen we doen wanneer we ons in een situatie bevin­den die geen uitweg lijkt te hebben? Bartimeüs leert ons om een beroep te doen op de mid­de­len die we in ons hebben en die deel van ons uitmaken. Hij is een bede­laar, hij weet hoe hij moet vragen, sterker nog, hij kan schreeuwen! Als je echt iets wilt, doe je alles om het te bereiken, zelfs als anderen je berispen, verne­de­ren en je zeggen dat je moet opgeven. Als je het echt wilt, blijf je schreeuwen!

De roep van Bartimeüs in het Evan­ge­lie van Marcus - “Jezus, Zoon van David, heb medelij­den met mij!” (vers 47) - is een zeer bekende prayer in de Oosterse traditie gewor­den, die wij ook kunnen gebruiken: “Heer Jezus Christus, Zoon van God, heb medelij­den met mij, een zon­daar.”

Bartimeüs is blind, maar paradoxaal genoeg ziet hij beter dan de anderen, en hij herkent wie Jezus is! Voor zijn roep blijft Jezus staan en laat hij hem roepen (zie vers 49), want er is geen roep die God niet hoort, zelfs niet wanneer we ons niet bewust zijn dat we Hem aanspreken (zie Exodus 2:23). Het lijkt vreemd dat Jezus niet meteen naar een blinde man toegaat; maar als we erover nadenken, is het een manier om het leven van Bartimeüs te reactiveren: Hij spoort hem aan om weer op te staan, Hij ver­trouwt op zijn vermogen om te lopen. Die man kan weer op eigen benen staan, hij kan opstaan uit de greep van de dood. Maar om dit te doen, moet hij een zeer bete­ke­nis­volle daad ver­rich­ten: hij moet zijn man­tel weggooien (zie vers 50)!

Voor een bede­laar is de man­tel alles: het is zijn vei­lig­heid, zijn huis, zijn bescher­ming. Zelfs de wet beschermde de man­tel van een bede­laar en bepaalde dat deze ’s avonds moest wor­den terugge­ge­ven als hij als onderpand was geno­men (zie Exodus 22:25). En toch zijn het vaak juist onze schijn­ba­re zeker­he­den die ons in de weg staan - wat we hebben aange­trok­ken om ons­zelf te be­scher­men en wat ons in plaats daar­van verhin­dert om te lopen. Om naar Jezus te gaan en zich te laten genezen, moet Bartimeüs zich in al zijn kwets­baar­heid aan Hem tonen. Dit is de fun­da­men­tele stap in elk gene­zings­pro­ces.

Zelfs de vraag die Jezus hem stelt lijkt vreemd: “Wat wil je dat Ik voor je doe?” (vers 51). Maar in wer­ke­lijk­heid is het niet van­zelf­spre­kend dat we genezen willen wor­den van onze kwalen; soms blijven we liever stilzitten om geen verant­woor­de­lijk­heid te hoeven nemen. Het ant­woord van Bartimeüs is diep­gaand: hij gebruikt het werk­woord anablepein, dat “weer zien” kan betekenen, maar dat we ook kunnen vertalen als “opkijken”. Bartimeüs wil immers niet alleen weer zien; hij wil zijn waar­dig­heid herwinnen! Om op te kijken, moeten we ons hoofd opheffen. Soms zijn mensen vastgelopen omdat het leven hen heeft verne­derd, en willen ze alleen maar hun waarde terugvin­den.

Wat Bartimeüs redt, en ieder van ons, is geloof. Jezus geneest ons zodat we vrij kunnen wor­den. Hij nodigt Bartimeüs niet uit om Hem te volgen, maar zegt hem te gaan, zijn weg te ver­volgen (zie vers 52). Marcus sluit het verhaal echter af door te zeggen dat Bartimeüs Jezus begon te volgen: hij koos vrij om Hem te volgen, Degene die de Weg is!

Beste broe­ders en zusters, laten we vol ver­trouwen onze kwalen voor Jezus brengen, en ook die van onze dier­ba­ren; laten we de pijn brengen van hen die zich verloren voelen en geen uitweg zien. Laten we ook voor hen roepen, en we zullen er zeker van zijn dat de Heer ons zal horen en zal stoppen.

_________

1) Dit is ook de in­ter­pre­ta­tie die Au­gus­ti­nus geeft in De Harmonie van de Evangeliën, 2, 65, 125: PL 34, 1138.


Gerelateerde nieuwsberichten

woensdag, 4 juni 2025Woensdagcatechese 4 juni 2025
woensdag, 28 mei 2025Woensdagcatechese 28 mei 2025
woensdag, 21 mei 2025Woensdagcatechese 21 mei 2025
woensdag, 16 april 2025Woensdagcatechese 16 april 2025
woensdag, 9 april 2025Woensdagcatechese 9 april 2025
woensdag, 2 april 2025Woensdagcatechese 2 april 2025
vrijdag, 28 maart 2025Woensdagcatechese 26 maart 2025
woensdag, 19 maart 2025Woensdagcatechese 19 maart 2025
woensdag, 5 maart 2025Woensdagcatechese 5 maart 2025
woensdag, 26 februari 2025Woensdagcatechese 26 februari 2025
woensdag, 19 februari 2025Woensdagcatechese 19 februari 2025
woensdag, 12 februari 2025Woensdagcatechese 12 februari 2025
woensdag, 5 februari 2025Woensdagcatechese 5 februari 2025
woensdag, 29 januari 2025Woensdagcatechese 29 januari 2025
woensdag, 22 januari 2025Woensdagcatechese 22 januari 2025
woensdag, 18 december 2024Woensdagcatechese 18 december 2024



Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose