Bisdom Haarlem-Amsterdam










Wij geloven - De Kerk

gepubliceerd: zaterdag, 26 april 2025
Het concilie van Nicea - Constantinopel
Het concilie van Nicea - Constantinopel

Het oecu­me­nische gesprek over de Kerk is één van de hobbels die op de weg naar de zicht­ba­re een­heid geno­men moeten wor­den. Sinds de jaren tach­tig van de vorige eeuw is het gesprek over het wezen en de missie van de Kerk op hoog niveau gevoerd. Het leidde tot een grote mate van overeenstem­ming, maar nog niet tot consensus. Het grootst zijn de verschillen binnen het brede spectrum van het Westers chris­ten­dom. Katho­lieken en pro­tes­tan­ten denken ver­schil­lend over de gronds­truc­tu­ren en verschillen ook in de bele­ving van de Kerk.

In de ge­loofs­be­lij­de­nis van Nicea-Con­stan­ti­no­pel (381) wordt in het derde gedeelte over de heilige Geest één regel aan de Kerk gewijd: ‘(Wij geloven) In één, heilige, katho­lieke en apos­to­lische Kerk’. Elk woord in deze zin, zo stellen Rikhof en Van de Beek in het tiende hoofd­stuk van hun boek dat aan deze ene regel gewijd is, lijkt een probleem. Alle reden dus om deze woor­den zorg­vul­dig en hel­der uit te leggen. Dat doen de auteurs en daar­mee leggen ze een fun­dament voor een gemeen­schap­pe­lijk verstaan van de Kerk.

Wij geloven

Offi­cieel begint de ge­loofs­be­lij­de­nis met ‘Wij geloven’ dat in de Westerse kerk al snel door ‘Ik geloof’ werd ver- vangen. De reden voor deze veschui- ving heeft te maken met het gege- ven dat deze ge­loofs­be­lij­de­nis vooral gebruikt werd bij het toedienen van het doopsel. Maar de auteurs leggen een ander accent en stellen dat de belij­denis van ver­trouwen in de Kerk proble­ma­tisch wordt wanneer deze af­han­ke­lijk gemaakt wordt van in­di­vi­duele inzichten en erva­ringen. Er is in verle­den en heden te veel fout gegaan in de Kerk om op eigen kracht en over­tui­ging het ver­trouwen en het geloof in de Kerk te beamen. Zij kiezen daarom voor de oor­spron­ke­lijke Griekse vorm ‘Wij geloven’, tevens de titel van het boek, en hou­den eraan vast dat de Kerk dit blijft belij­den. Van de vijf woor­den (in één, heilige, katho­lieke en apos­to­lische) mag het woordje ‘in’ niet onbe­spro­ken blijven. Het stond in de oor­spron­ke­lijke Griekse versie, maar verdween door Au­gus­ti­nus in de vijfde eeuw uit de Latijnse versie. Het geloven in de Kerk is immers van een andere orde dan geloven in de Vader, Zoon en heilige Geest. Thomas van Aquino overbrugt in de der­tien­de eeuw het verschil door erop te wijzen dat het er om gaat dat de heilige Geest in en door de Kerk werk­zaam is. Dit is een be­lang­rijk inzicht dat grote con­se­quenties heeft voor het denken over en meedoen in de Kerk. Het is een paradoxaal gegeven dat God Zijn genade schenkt aan godde­loze en zon­dige mensen, die daardoor opnieuw en nieuw tot leven komen. Juist daarom gaat het als we samen zeggen: wij geloven in de Kerk.

Tegen deze ach­ter­grond komen de vier zogeheten notae ecclesiae aan bod: een­heid, hei­lig­heid, katholici­teit en apostolici­teit. Het hoeft niet te verbazen dat deze vier kenmerken van de Kerk in de ge­schie­de­nis veel­vul­dig gebruikt zijn om de eigen kerkop­vat­ting te verde­digen en zich af te zetten tegen de andere. De ware Kerk is daar waar de notae ecclesiae gewaarborgd wor­den. Iedere ker­ke­lijke traditie en stro­ming heeft daar een eigen verhaal bij. Het Tweede Vati­caans Concilie wees erop dat we die notae ecclesiae niet juri­disch, maar heils­his­to­ri­sch moeten verstaan. Het zijn niet zomaar empirische kenmerken van het instituut, maar agenda­pun­ten voor de Kerk op weg naar de eind­tijd. Zo beschouwd ont­staat er ruimte voor een oecu­me­nische dialoog.

Wij geloven in de ene

De een­heid van de Kerk, zo betogen Van de Beek en Rikhof in navol­ging van de kerk­va­der Cyrillus van Jeru­za­lem (315-386), is gefun­deerd in de een­heid van God. Deze belij­denis van de vroege Kerk is ontleend aan het Sjema, de basisbelij­denis van Israël: ‘Hoor Israël, de HEER is onze God, de HEER is één’ (Deut. 6,4). Door de gave van de Geest en in de bedie­ning van het doopsel krijgt de een­heid van de Kerk gestalte. De auteurs wijzen naar de kerk­va­ders die de Geest, het doopsel en de Kerk als een een­heid be­schou­wen. In de Westerse Kerk is die een­heid uit elkaar getrokken waardoor er ruimte ontstond tussen de Geest en de Kerk en de gel­dig­heid en effec­ti­vi­teit van het doopsel on­der­werp van ker­ke­lijke twist werd.

Heilige

De term heilig wordt vandaag meestal moreel ingevuld: Heilig is iemand die goed leeft en die veel voor anderen over heeft, zo is de gang­ba­re gedachte. Maar gaat het daar wel om als we belij­den dat de Kerk heilig is? Nee, zeggen Rikhof en Van de Beek, niet om men­se­lijk gedrag gaat het hier, maar om de inwo­ning van God in de ge­meen­schap van de Kerk. De Kerk is heilig om wat de heilige Geest aan de godde­loze bewerkt. “Alleen in de ge­meen­schap met God is de Kerk heilig en zijn haar leden heilig als leden van het lichaam van Christus die hen door zijn Geest uit het duister heeft ge­roe­pen tot het licht” (pag. 166).

Katho­lieke

Voor de dui­ding van de katholici­teit van de Kerk wordt opnieuw teruggegrepen op Cyrillus van Jeru­za­lem. Hij legt de nadruk op het allesom­vat­tende van God en de Kerk en on­der­scheidt vijf ka­rak­te­ris­tieken van katholici­teit: het we­reld­wijde karakter, de hele ge­loofs­leer, gericht tot alle mensen, allesom­vat­tend in de ver­ge­ving van zon­den en in de vol­heid van gaven en deug­den.

En apos­to­lische Kerk

De apostolici­teit van de Kerk houdt in dat de Kerk verbon­den is met de apos­te­len. Het geloof in Christus en zijn evan­ge­lie wordt van gene­ra­tie op gene­ra­tie over­ge­le­verd. Ambts- dra­gers wor­den voor­be­reid om dit op getrouwe wijze te doen. Alleen de Kerk zelf kan waken over de trouw aan de traditie van de apos­te­len. Zij kan dit bij­voor­beeld niet uitbeste­den aan de over­heid. Deze taak is in de Kerk toe­bedeeld aan bis­schop­pen en in laatste instantie aan de paus. De auteurs onder­schrij­ven de nood­zaak van een laatste gezags­in­stan­tie en stellen dat deze taak logischer­wij­ze bij de Bis­schop van Rome is komen te liggen. Onfeil­baar, zo stellen zij, is de paus zolang en voor zover hij het apos­to­lisch ge­tui­ge­nis ver­te­gen­woor­digt.

Het ambt

Wat betreft het ambt in de Kerk en de eucha­ris­tie wordt het spannend van­wege be­lang­rijke verschillen tussen de katho­lieke en pro­tes­tantse ambtsop­vat­ting (pries­ter versus dominee) alsook tussen de bele­ving van de (katho­lieke) eucha­ris­tie en het (pro­tes­tantse) avondmaal. De auteurs gaan hieraan voorbij. Zij stellen dat wij­ding/ordinatie van ambts­dra­gers door handopleg­ging, waardoor de gave van de heilige Geest wordt gesym­bo­li­seerd, ook in de klassieke pro­tes­tantse kerken plaats­vindt, zij het dat deze ordinatie niet gebeurt door een bis­schop, maar door geordi­neerde predi­kanten. Door de ordinatie wordt het ambt een blijvend kenmerk van de iden­ti­teit (character indebilis). Het werk van de Geest is gericht op Christus. De Geest stelt Hem te­gen­woor­dig. De Schrift, de Kerk, het ambt en de doop zijn de mid­de­len om tot Christus te komen. Maar deze mid­de­len, zo schrijven Rikhof en Van de Beek, zijn niet de presentie van Christus zelf. Er is een zekere distantie. Zowel voor de Schrift als voor ambt blijft altijd een kri­tische bena­dering nodig.

De Eucha­ris­tie

Er is één plek in de Kerk waar Christus zelf, direct en wer­ke­lijk, aanwe­zig is. En dat is de Eucha­ris­tie. Ook in deze para­graaf gaan de auteurs uit van een fun­da­men­tele overeenstem­ming tussen de katho­lieke en pro­tes­tantse traditie. Wie Thomas, Cajetanus, Luther en Calvijn leest, zal ont­dek­ken dat ieder de wer­ke­lijke te­gen­woor­dig­heid van Christus in het sacra­ment leer­den. Het is daarom te betreuren dat nuance­ver­schil­len uit­ge­legd wer­den als onoverbrug­ba­re leer­ver­schil­len. Volgens Rikhof en Van de Beek kunnen deze beter opgevat wor­den als ver­schil­lende fonkelingen van de kost­ba­re diamant van de aanwe­zig­heid van Christus in het sacra­ment (pag. 173).


Gerelateerde nieuwsberichten

zaterdag, 26 april 2025Credo - Geloofsbelijdenis
zaterdag, 26 april 2025Wij geloven - Introductie
zaterdag, 26 april 2025Wij geloven - God, almachtige Vader en Schepper
zaterdag, 26 april 2025Wij geloven - Jezus Christus, Zoon van God en Verlosser
zaterdag, 26 april 2025Wij geloven - De Heilige Geest
zaterdag, 26 april 2025Wij geloven - De laatste dingen



Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose