Bisdom Haarlem-Amsterdam









Thema Werelddag Grootouders & Ouderen

“Zalig zij die de hoop niet hebben verloren”

gepubliceerd: donderdag, 17 juli 2025
Engelstalige boodschap van de paus in handig boekjesformaat
Engels­ta­lige bood­schap van de paus
in han­dig boekjesformaat

Het Di­cas­te­rie voor de Leken, het Gezin en het Leven heeft het thema aan­ge­kon­digd voor de vijfde Wereld­dag van Groot­ouders en Ouderen, die dit jaar op zon­dag 27 juli zal plaats­vin­den: “Zalig zij die de hoop niet hebben verloren”. Deze woor­den, geïn­spi­reerd door het bijbel­boek Jezus Sirach, bena­drukt de hoop die ouderen vin­den in hun geloof.

Paus Fran­cis­cus, die deze dag in 2021 instelde, nodigde nog in februari 2025 ieder­een uit om na te denken over de rol van groot­ouders en ouderen als hoop­volle aanwe­zig­heid in ge­zin­nen en kerk­ge­meen­schappen. In het kader van het Jubel­jaar wordt deze dag gezien als een kans om de waarde van ouderen te vieren en hun bijdrage aan de samen­le­ving te erkennen.

Het Di­cas­te­rie moe­digt alle bis­dom­men aan om deze dag te vieren door ont­moe­tingen tussen gene­ra­ties te bevor­de­ren en speciale vie­rin­gen te or­ga­ni­se­ren ter ere van ouderen. Bezoeken en intergenerationele ac­ti­vi­teiten wor­den aange­moe­digd om de band tussen jong en oud te ver­ster­ken. Daarvoor zijn ook pas­to­rale richt­lijn ge­pu­bli­ceerd. Deze kwamen op don­der­dag 10 juli be­schik­baar, tege­lijk met de bood­schap van paus Leo XIV voor deze dag.

(dit bericht is over­ge­no­men van rkkerk.nl)

Wapen van paus Leo XIV

Bood­schap van de Heilige Vader

Voor de 5e Wereld­dag voor Groot­ouders en Ouderen 2025

27 juli 2025

Zalig zij die de hoop niet verloren hebben (vgl. Sir 14,2)

 

Beste broe­ders en zusters,

Het jubileum dat we nu vieren helpt ons te beseffen dat hoop een voort­du­rende bron van vreugde is, ongeacht onze leef­tijd. Als die hoop ook nog eens is getemperd door vuur in de loop van een lang leven, blijkt het een bron van diep geluk.

De Heilige Schrift biedt ons vele voor­beel­den van mannen en vrouwen die de Heer pas laat in hun leven riep om een rol te spelen in zijn verlos­sings­plan. We kunnen denken aan Abraham en Sara, die, gevor­derd in leef­tijd, het moei­lijk von­den om te geloven toen God hen een kind beloofde. Hun kin­derloos­heid leek hen elke hoop voor de toe­komst te ont­ne­men.

De reactie van Zacharia op het nieuws van de geboorte van Johannes de Doper was niet anders: "Hoe kan dit? Ik ben een oude man en mijn vrouw is gevor­derd in jaren" (Lc 1:18). Ouderdom, onvrucht­baar­heid en licha­me­lijk verval blok­keer­den blijk­baar elke hoop op leven en vrucht­baar­heid in deze mannen en vrouwen. De vraag die Nikodemus aan Jezus stelde toen de Meester met hem sprak over "opnieuw geboren wor­den" lijkt ook puur retorisch: "Hoe kan een mens geboren wor­den als hij oud is? Kan hij voor de tweede keer in de moe­der­schoot komen en geboren wor­den?" (Joh 3,4). Maar telkens als we denken dat de dingen niet kunnen ver­an­de­ren, verrast de Heer ons met een red­dende kracht.

Ouderen als tekenen van hoop

In de Bijbel laat God herhaal­de­lijk zijn zorg zien door zich tot mensen op latere leef­tijd te wen­den. Dit was niet alleen het geval bij Abraham, Sarah, Zacharia en Elizabeth, maar ook bij Mozes, die ge­roe­pen werd om zijn volk te bevrij­den toen hij al tach­tig jaar oud was (vgl. Ex. 7:7). God leert ons zo dat ouderdom in zijn ogen een tijd van zegen en genade is en dat ouderen voor hem de eerste getuigen van hoop zijn. Au­gus­ti­nus vraagt: "Wat bedoelen we met ouderdom?" Hij ver­telt ons dat God zelf de vraag beant­woordt: "Laat uw kracht falen, zodat mijn kracht in u kan blijven, en u met de apostel kunt zeggen: 'Als ik zwak ben, dan ben ik sterk'" (Super Ps. 70,11). Het toe­ne­mende aantal ouderen is een teken van de tijd dat we moeten on­der­schei­den om dit moment van de ge­schie­de­nis goed te kunnen in­ter­pre­te­ren.

Het leven van de Kerk en de wereld kan alleen begrepen wor­den in het licht van het verstrijken van de gene­ra­ties. Ouderen omarmen helpt ons te begrijpen dat het leven meer is dan alleen het hui­dige moment en niet verspild mag wor­den aan op­per­vlak­kige ont­moe­tingen en vluch­tige relaties. In plaats daar­van wijst het leven ons voort­du­rend naar de toe­komst. In het boek Genesis vin­den we de ontroerende episode van de zegen die de oude Jakob geeft aan zijn klein­kin­de­ren, de zonen van Jozef; zijn woor­den zijn een oproep om hoop­vol naar de toe­komst te kijken, als de tijd waarin Gods beloften zullen wor­den vervuld (vgl. Gen 48:8-20). Als het waar is dat de zwakte van de ouderen de kracht van de jon­ge­ren nodig heeft, dan is het net zo waar dat de onervaren­heid van de jon­ge­ren het ge­tui­ge­nis van de ouderen nodig heeft om met wijs­heid aan de toe­komst te bouwen. Hoe vaak zijn onze groot­ouders voor ons voor­beel­den geweest van geloof en toe­wij­ding, bur­gerzin en sociale be­trok­ken­heid, geheugen en volhar­ding in be­proe­vingen! De kost­ba­re erfenis die zij ons met hoop en liefde hebben nagelaten zal altijd een bron van dank­baar­heid en een oproep tot volhar­ding zijn.

Tekenen van hoop voor ouderen

Sinds de Bijbelse tijd wordt het Jubel­jaar gezien als een tijd van be­vrij­ding. Slaven wer­den bevrijd, schul­den wer­den kwijtgeschol­den en land werd terugge­ge­ven aan de oor­spron­ke­lijke eige­naars. Het Jubel­jaar was een tijd waarin de door God gewilde sociale orde werd her­steld en onge­lijk­he­den en onrecht­vaar­dig­he­den die zich in de loop der jaren had­den opgehoopt, wer­den recht­ge­zet. Jezus riep deze momenten van be­vrij­ding op toen hij in de synagoge van Nazareth goed nieuws verkon­digde aan de armen, zicht voor de blin­den en vrij­heid voor ge­van­ge­nen en onder­drukten (vgl. Lc 4,16-21).

Als we naar de ouderen kijken in de geest van dit Jubel­jaar, zijn we ge­roe­pen om hen te helpen be­vrij­ding te ervaren, vooral van een­zaam­heid en verlaten­heid.

Dit jaar is een geschikte tijd om dat te doen. Gods trouw aan zijn beloften leert ons dat er een zegen is in de ouderdom, een authen­tieke evan­ge­lische vreugde die ons inspireert om de barrières van onver­schil­lig­heid te door­bre­ken waarin ouderen zich vaak op­ge­slo­ten voelen. Onze samen­le­vingen, overal ter wereld, raken er maar al te gewend aan om dit be­lang­rijke en verrijkende deel van hun leven te laten marginaliseren en vergeten.

Gezien deze situatie is er een omme­keer nodig die ge­mak­ke­lijk te zien is in het nemen van verant­woor­de­lijk­heid door de hele Kerk. Elke pa­ro­chie, vereni­ging en ker­ke­lijke groep is ge­roe­pen om een hoofdrol­spe­ler te wor­den in een 'revolutie' van dank­baar­heid en zorg, die teweeg­ge­bracht moet wor­den door regel­ma­tige bezoeken aan ouderen, het creëren van net­werken van steun en gebed voor hen en met hen, en het sme­den van relaties die hoop en waar­dig­heid kunnen terug­ge­ven aan hen die zich vergeten voelen. Chris­te­lijke hoop spoort ons altijd aan om meer te durven, om groot te denken, om onte­vre­den te zijn met de dingen zoals ze zijn. In dit geval spoort het ons aan om te werken aan een ver­an­de­ring die de waar­de­ring en genegen­heid kan her­stel­len waar ouderen recht op hebben.

Daarom wilde paus Fran­cis­cus dat de Wereld­dag van Groot­ouders en Ouderen in de eerste plaats gevierd zou wor­den door ouderen op te zoeken die alleen wonen. Om deze reden kunnen degenen die niet in staat zijn om naar Rome te komen op bede­vaart tij­dens dit Heilig Jaar "de Jubelaflaat ver­krij­gen als ze, gedurende een passende hoeveel­heid tijd, ouderen bezoeken die alleen zijn... en in zekere zin een bede­vaart maken naar Christus die in hen aanwe­zig is (vgl. Mt 25,34-36)" (Apos­to­lisch Peni­tentia­ris, Normen voor de toeken­ning van de Jubel­jaar Aflaat, III). Een bejaarde bezoeken is een manier om Jezus te ont­moe­ten, die ons bevrijdt van onver­schil­lig­heid en een­zaam­heid.

Als ouderen kunnen we hopen

Het boek Sirach noemt hen gezegend die de hoop niet verloren hebben (vgl. 14:2). Mis­schien zijn we geneigd, vooral als ons leven lang is, om niet naar de toe­komst te kijken maar naar het verle­den. Maar, zoals paus Fran­cis­cus schreef tij­dens zijn laatste zie­ken­huisopname, "ons lichaam is zwak, maar toch kan niets ons ervan weer­hou­den om lief te hebben, te bid­den, ons­zelf te geven, er voor elkaar te zijn, in geloof, als lichtende tekenen van hoop" (Angelus, 16 maart 2025). We bezitten een vrij­heid die geen enkele moei­lijk­heid ons kan ont­ne­men: het is de vrij­heid om lief te hebben en te bid­den. Ieder­een, altijd, kan lief­heb­ben en bid­den.

Onze genegen­heid voor onze dier­ba­ren - voor de vrouw of man met wie we zo'n groot deel van ons leven hebben door­ge­bracht, voor onze kin­de­ren, voor onze klein­kin­de­ren die onze dagen opvrolijken - vervaagt niet als onze kracht afneemt. Sterker nog, hun eigen genegen­heid doet onze energie vaak herleven en brengt ons hoop en troost.

Deze tekenen van levende liefde, die hun wor­tels in God zelf hebben, geven ons moed en her­in­ne­ren ons eraan dat "zelfs als onze uiter­lijke zelf wegkwijnt, onze inner­lijke zelf van dag tot dag vernieuwd wordt" (2 Kor 4:16). Laten we, vooral nu we ouder wor­den, vol ver­trouwen op de Heer vooruit­gaan. Mogen we elke dag vernieuwd wor­den door onze ont­moe­ting met Hem in gebed en in de heilige Mis. Laten we het geloof dat we al zoveel jaren beleven liefde­vol door­ge­ven in ons gezin en in onze dage­lijkse omgang met anderen. Mogen we God altijd prijzen voor zijn goed­heid, een­heid cultiveren met onze dier­ba­ren, ons hart openen voor hen die ver weg zijn en in het bij­zon­der voor hen die in nood verkeren. Zo zullen we tekenen van hoop zijn, ongeacht onze leef­tijd.

Uit het Vati­caan, 26 juni 2025

+ Paus Leo XIV

 

© Copyright 2025 - Di­cas­te­rie voor Com­mu­ni­ca­tie - Libreria Editrice Vaticana
Vertaling m.b.v. Deepl





Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose