Zondagen van de Veertigdagentijd

De zon­da­gen van de Veer­tig­da­gen­tijd (Vasten) hebben in de tra­di­tio­nele li­tur­gie allemaal een naam, afgeleid van de eerste woor­den van de Introitus (ope­ningszang) van de mis.

Namen van de zes vasten­zon­dagen

1. Invocabit - Eerste zon­dag van de vas­ten­tijd
   (Invocabit me, et ego exaudiam eum - "Hij zal Mij aan­roe­pen, en Ik zal hem ver­ho­ren", Psalm 91:15)

2. Reminiscere - Tweede zon­dag van de vas­ten­tijd
   (Reminiscere miserationum tuarum, Domine - "Gedenk uw barm­har­tig­he­den, Heer", Psalm 25:6)

3. Oculi - Derde zon­dag van de vas­ten­tijd
   (Oculi mei semper ad Dominum - "Mijn ogen zijn altijd gericht op de Heer", Psalm 25:15)

4. Laetare - Vierde zon­dag van de vas­ten­tijd (halfvasten)
   (Laetare, Ierusalem - "Verheug u, Jeru­za­lem", Jesaja 66:10)
   Dit is een vreugde­zon­dag, waarop de li­tur­gische kleur vaak roze is in plaats van paars.

5. Judica - Vijfde zon­dag van de vas­ten­tijd (Passie­zon­dag)
   (Judica me, Deus - "Spreek mij vrij, o God", Psalm 43:1)
   Vanaf deze zon­dag begint de Passie­tijd, de laatste fase van de vasten.

6. Palmarum (Palm­zon­dag) - Zesde en laatste zon­dag van de vas­ten­tijd
   Geen naam gebaseerd op de Introitus, omdat de vie­ring draait om de intocht van Jezus in Jeru­za­lem.

Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam