Zeloot

In katho­lieke context ver­wijst het woord zeloot (afgeleid van het Griekse zēlōtēs, "ijve­raar") naar iemand die zich met vurige ijver inzet voor het geloof, vaak met grote trouw aan leer en praktijk. Het woord kan zowel po­si­tie­ve als negatieve conno­ta­ties hebben, af­han­ke­lijk van de context.

Po­si­tie­ve bete­ke­nis

• Een vrome, vurige gelo­vi­ge die trouw is aan de leer van de Kerk.

• Iemand die zich actief inzet voor missie, catechese, gebed of li­tur­gie, vaak met diepe over­tui­ging.

• Heiligen of her­vormers zoals Fran­cis­cus van Assisi of Teresa van Ávila kunnen “zeloten” genoemd wor­den in de zin van hun god­de­lijke ijver.

Negatieve bete­ke­nis

• Iemand die over­dre­ven streng, fana­tiek of onverdraag­zaam is in geloofs­zaken.

• In deze bete­ke­nis wordt het vaak gebruikt voor mensen die geen ruimte laten voor nuance, dialoog of pas­to­rale gevoelig­heid.

• Kan ook slaan op tra­di­tio­na­listen of activisten die zich agressief opstellen tegen moderne ont­wik­ke­lingen in de Kerk.

His­to­rische ver­wij­zing

In de Bijbel was Simon de Zeloot een van de twaalf apos­te­len van Jezus. Zijn bij­naam wijst moge­lijk op zijn lidmaat­schap van een poli­tiek-reli­gi­euze bewe­ging die streed tegen de Romeinse bezet­ting van Judea, al is dat niet zeker. In katho­lieke in­ter­pre­ta­tie wordt zijn naam vooral gezien als teken van geloofsijver.

Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam