Zaligsprekingen
De zaligsprekingen zijn een reeks uitspraken van Jezus in de Bergrede (Matteüs 5:3-12) waarin Hij degenen zegent die in bepaalde omstandigheden verkeren. Ze vormen een kernonderdeel van zijn leer en beschrijven de houding en het karakter van mensen die deel uitmaken van Gods koninkrijk. Hier zijn de acht zaligsprekingen volgens de Bijbel (Willibrordvertaling 1995):
- Zalig de armen van geest, want aan hen behoort het Rijk der hemelen.
- Zalig die bedroefd zijn, want zij zullen getroost worden.
- Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten.
- Zalig die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.
- Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden.
- Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien.
- Zalig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden.
- Zalig die vervolgd worden om de gerechtigheid, want aan hen behoort het Rijk der hemelen.
Jezus vervolgt dan met:
"Zalig zijt gij wanneer men u beschimpt, vervolgt en lasterlijk van allerlei kwaad beticht omwille van Mij. Verheugt u en juicht, want groot is uw loon in de hemel."
Deze zaligsprekingen vormen de kern van Jezus' leer en geven een beeld van het christelijke ideaal van nederigheid, barmhartigheid en rechtvaardigheid.
Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam