Vicaris en kanselier
De naam ‘vicaris’ komt van het Latijn ‘vicarius’, wat ‘plaatsvervanger’ betekent. In de Katholieke Kerk staat één vicaris of staan meerdere vicarissen de bisschop bij in het bestuur van het bisdom. Voor sommige zaken heeft hij een volmacht nodig van de bisschop. Een vicaris moet priester zijn, minstens dertig jaar en kennis van of een graad in theologie of canoniek recht hebben.
Vicaris
Een vicaris heeft een specifieke, vaak kleinere taak, die gericht is op het ondersteunen van de bisschop of priester in bepaalde pastorale en administratieve functies.
Vicaris-generaal
De vicaris-generaal is de plaatsvervanger van de bisschop en heeft de dagelijkse leiding over het bestuursapparaat van een bisdom. Een hulpbisschop staat in de kerkelijke hiërarchie hoger dan een vicaris-generaal. Bij de dood of overplaatsing van de bisschop verliest een vicaris(-generaal) automatisch zijn functie.
De vicaris-generaal draagt het zogenaamde klein-paars: een paarse soutane als een teken van zijn speciale functie en gezag binnen het bisdom.
De vicaris-generaal heeft een breed scala aan administratieve verantwoordelijkheden binnen het bisdom of aartsbisdom, fungeert als de belangrijkste vertegenwoordiger van de bisschop in het dagelijks beheer en kan in sommige gevallen de bisschop vervangen voor administratieve taken.
Kanselier
Een kanselier is een hoge functionaris binnen een bisdom, verantwoordelijk voor het administratieve beheer en de officiële documenten van het bisdom. De kanselier werkt onder de bisschop en houdt toezicht op de registratie en bewaring van kerkelijke akten, zoals wijdingen, benoemingen en andere officiële verklaringen. Daarnaast kan de kanselier optreden als juridisch adviseur en ervoor zorgen dat de canonieke wet correct wordt nageleefd binnen het bisdom. Hoewel het meestal een priester is, kan een leek ook deze functie bekleden.
Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam