Verwijten
De Verwijten (Improperia in het Latijn) zijn een bijzonder onderdeel van de katholieke liturgie van Goede Vrijdag, waarin Christus - symbolisch - zijn volk aanspreekt met de vraag: "Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?"
De Verwijten worden in liturgische zin niet strikt als antifonen beschouwd, maar ze bevatten wel antifonale elementen.
Ze vormen een poëtisch en aangrijpend klaaglied, waarin het lijden en de afwijzing van Christus tegenover Gods goedheid worden geplaatst. Het is een moment van inkeer en schuldherkenning, bedoeld om gelovigen diep te raken.
Oorsprong en vorm
- De Verwijten hebben hun wortels in de oude Romeinse en Byzantijnse liturgie en zijn al bekend sinds de vroege middeleeuwen.
- Ze bestaan uit afwisselende verzen en antwoorden tussen de voorganger en het koor of de gelovigen.
- De bekendste tekst begint met:
"Popule meus, quid feci tibi? aut in quo contristavi te? responde mihi."
("Mijn volk, wat heb Ik u gedaan? Of waarmee heb Ik u bedroefd? Antwoord Mij.")
- Daarop volgt een reeks van verwijten en herinneringen aan Gods weldaden - zoals de bevrijding uit Egypte - tegenover het verraad van de mens.
Liturgische plaats
- Worden gezongen of gereciteerd tijdens de Goede Vrijdag-liturgie, meestal na de kruisverering.
- In sommige tradities worden ze afgewisseld met Griekse en Latijnse acclamaties, zoals:
"Hagios o Theos / Sanctus Deus"
"Hagios ischyros / Sanctus fortis"
"Hagios athanatos, eleison hemas / Sanctus immortalis, miserere nobis"
Muzikale traditie
- In de Gregoriaanse zang bestaan prachtige versies van de Improperia.
- Componisten zoals Victoria, Palestrina en Lassus schreven polyfone zettingen.
- In Nederland zijn ze minder bekend geworden na Vaticanum II, maar nog steeds in gebruik bij traditionele of sobere Goede Vrijdag-vieringen.
Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam