Van het houtje zijn
De uitdrukking "van het houtje zijn" verwijst meestal op een beeldende manier naar iemand die tot een religieuze orde behoort, en meer specifiek vaak naar monniken of kloosterlingen.
Mogelijke betekenissen en oorsprong:
-
Symboliek van het kruis (hout):
Het "houtje" verwijst naar het kruis van Christus, dat van hout was. Iemand die "van het houtje is", is dan iemand die het kruis op zich neemt, oftewel een religieus leven leidt van opoffering en toewijding, zoals dat binnen kloosters gebruikelijk is.
-
Verwijzing naar een sobere levensstijl:
In bredere zin kan het ook betekenen dat iemand armoedig of eenvoudig leeft, zoals kloosterlingen vaak doen volgens hun geloften van armoede.
-
Informele, volksuitdrukking:
De uitdrukking werd in sommige streken informeel of zelfs spottend gebruikt om te zeggen dat iemand "in het klooster zat" of "bij de paters was gegaan". Bijvoorbeeld: "Die is van het houtje geworden" = die is ingetreden in een klooster.
Samenvatting
"Van het houtje zijn" betekent meestal dat iemand kloosterling of geestelijke is, en leeft in navolging van het kruis (het ‘hout’) van Christus - met toewijding, soberheid en religieus engagement.
Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam