Slotklooster

Een slot­kloos­ter is een klooster met een strikte clausuur, wat betekent dat de bewoners, meestal monniken of nonnen, afge­schei­den leven van de buiten­we­reld. In zo’n klooster gel­den strenge regels over contact met buiten­staan­ders, en de bewoners verlaten het terrein zel­den of nooit.

Er zijn twee vormen van clausuur:

• Pau­se­lijke clausuur - Vooral bij con­tem­pla­tieve vrouwe­lijke kloosters, zoals die van de cla­rissen of karme­lie­tes­sen. De nonnen mogen het klooster niet verlaten en contact met de buiten­we­reld is beperkt.

• Monas­tieke clausuur - Geldt voor manne­lijke kloosters (bijv. trap­pis­ten), waar er iets meer flexibili­teit kan zijn, bij­voor­beeld voor bepaalde taken.

Slot­kloos­ters richten zich vaak op een leven van gebed, stilte en be­zin­ning, en bezoekers hebben slechts beperkt toegang, soms alleen tot een speciale spreek­ka­mer of kapel.

Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam