Sensus fidelium
Sensus fidelium (Latijn voor “de zin van de gelovigen”) betekent het innerlijke geloofsinstinct van het volk van God, waarmee de gelovigen als geheel de ware leer kunnen onderscheiden en omarmen.
Betekenis
Sensus fidelium verwijst naar de gemeenschappelijke intuïtie van de gelovigen dat iets in overeenstemming is met het ware geloof. Het is geen democratische stemming, maar een geloofszin die ontstaat uit het luisteren naar Gods Woord, gebed, trouw aan de Traditie en het leven in de Geest.
Theologische basis
- Catechismus van de Katholieke Kerk (nr. 92):
"Het geheel van de gelovigen [...] kan in geloof niet dwalen, wanneer het dit geloof van heel het volk van God, onder leiding van het leergezag, uitleeft."
- Lumen Gentium (Vaticaans Concilie II):
Beschrijft hoe de hele Kerk een aandeel heeft in het bewaren en doorgeven van de openbaring, mede door de sensus fidei (persoonlijk) en sensus fidelium (gemeenschappelijk).
Drie belangrijke kenmerken
- In overeenstemming met het leergezag (magisterium):
De sensus fidelium kan nooit tegen de geopenbaarde waarheid of het gezag van de Kerk ingaan.
- Voortkomend uit geloof en heilig leven:
Het gaat niet om meningen of culturele trends, maar om wat werkelijk doorleefd wordt in geloof.
- Herkenning van waarheden van het geloof:
Soms heeft de sensus fidelium bepaalde geloofswaarheden al omarmd voordat ze formeel door het leergezag zijn uitgesproken (zoals bij Maria’s Onbevlekte Ontvangenis vóór de officiële dogmaverklaring in 1854).
In de praktijk
- De sensus fidelium speelt een rol bij het onderscheiden van echte devoties, geloofspraktijken en de groei van leerinzichten binnen de traditie.
- Het vraagt van het leergezag om te luisteren naar het volk van God, en van de gelovigen om trouw te blijven aan geloof en leer.
Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam