Schoudervelum
Een schoudervelum (Latijn: velum, "sluier") is een langwerpige, rechthoekige doek die over de schouders wordt gedragen door een priester, diaken of acoliet bij bepaalde liturgische handelingen, vooral bij het hanteren van het Heilig Sacrament.
Kenmerken
-
Het is ongeveer 2 tot 2½ meter lang en valt over de schouders en de armen.
-
Aan de binnenzijde zitten vaak handzakken of lussen, zodat degene die het draagt de doek kan vasthouden zonder met de blote handen iets aan te raken.
-
De kleur is meestal wit of goudkleurig, maar kan ook aangepast zijn aan de liturgische kleur van de dag.
Liturgisch gebruik
-
Bij het zegenen met het Allerheiligste (zoals tijdens een Lof of Sacramentsprocessie). De priester houdt de monstrans vast met het velum om zijn handen, als teken van eerbied: het is Christus die zegent, niet de priester zelf.
-
Bij het dragen van het tabernakel of ciborie met geconsacreerde hosties, bijvoorbeeld bij het brengen van de communie naar zieken of bij processies.
-
Soms gebruikt bij bepaalde vormen van liturgische eredienst buiten de mis, zoals eucharistische aanbidding.
Symboliek
Het schoudervelum drukt eerbied en ontzag uit voor de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in de Eucharistie. Het bedekt de handen van de priester of diaken, om te tonen dat hij slechts een dienaar is van het mysterie en niet uit zichzelf handelt.
Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam