Bisdom Haarlem-Amsterdam











    Scholastiek

    Scholas­tiek is een intellectuele en theo­lo­gische stro­ming binnen de mid­del­eeuwse katho­lieke traditie die zich kenmerkt door een syste­ma­tische en rationele bena­dering van geloof en kennis. Het woord komt van het Latijnse scholasticus (school­mees­ter of geleerde) en ver­wijst naar de methode die werd ont­wik­keld en on­der­we­zen in de mid­del­eeuwse scholen en uni­ver­si­teiten, met name tussen de 11e en 15e eeuw. Scholas­tiek combineert chris­te­lijke theo­lo­gie met klassieke filo­so­fie, vooral die van Aristo­teles, om geloofs­vra­gen te onder­zoeken en te verklaren.

    Kenmerken van scholas­tiek

    • Syste­ma­tiek: Scholastici probeer­den ge­loofs­leer (zoals de Drie-een­heid, de natuur van Christus, of de genade) logisch te ordenen en te begrijpen via rede en argumen­ta­tie.
    • Dialec­tiek: Het gebruik van vraag-en-ant­woord­tech­nieken (dis­putatio) om tegen­stel­lingen te verzoenen. Een typische methode was het stellen van een vraag (quaestio), het presen­te­ren van argu­menten voor en tegen (sic et non), en het formu­le­ren van een con­clu­sie.
    • Filo­so­fische basis: Scholas­tiek integreerde Aristo­teles’ logica en metafysica, vaak via Arabische en Joodse geleer­den zoals Avicenna en Maimonides, met de chris­te­lijke traditie.
    • Geloof en rede: Het motto was "fides quaerens intellectum" (geloof dat begrip zoekt), zoals ver­woord door Anselmus van Canterbury. Scholastici zagen rede niet als een bedrei­ging, maar als een hulp­mid­del om geloof te ver­die­pen.

    Tijdperk en ont­wik­ke­ling

    • Vroege scholas­tiek (11e-12e eeuw): Begon met figuren zoals Anselmus van Canterbury (1033-1109), die bekend is om zijn onto­lo­gisch godsbe­wijs, en Petrus Abelardus (1079-1142), die logica toepaste op theo­lo­gische dis­puten.
    • Hoogte­punt (13e eeuw): De bloei kwam met de oprich­ting van uni­ver­si­teiten (bijv. Parijs, Bologna) en de werken van Thomas van Aquino (1225-1274), wiens Summa Theologiae een hoogte­punt van scholas­tieke theo­lo­gie is. Andere sleu­tel­fi­gu­ren zijn Albertus Magnus en Duns Scotus.
    • Late scholas­tiek (14e-15e eeuw): Met denkers als Willem van Ockham, die de nadruk legde op eenvoud en scepsis jegens over­dre­ven speculatie, begon de stro­ming te versplin­te­ren rich­ting het einde van de mid­del­eeuwen.

    Be­lang­rijke thema’s

    • Godsbe­wij­zen: Scholastici zoals Thomas van Aquino ont­wik­kel­den argu­menten voor het bestaan van God (bijv. de vijf wegen).
    • Men­se­lijke natuur: Vragen over ziel, vrije wil en zonde wer­den syste­ma­tisch behandeld.
    • Sacra­menten en genade: Scholas­tiek verfijnde de theo­lo­gie rond ker­ke­lijke praktijken.

    Methode

    Een typisch scholas­tiek werk, zoals de Summa, is ges­truc­tu­reerd in artikelen die een vraag stellen (bijv. "Bestaat God?"), tegen­ar­gu­menten opsommen, een eigen stand­punt uiteen­zet­ten en bezwaren weerleggen. Dit alles werd vaak in het Latijn ge­schre­ven, de acade­mische taal van die tijd.

    Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
    Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
    © Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam




    Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose