Religieuzen
Religieuzen (zuster, non, kloosterlinge, broeder, frater, monnik) zijn mannen of vrouwen die de kloostergeloften van armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid hebben afgelegd. Deze mannen en vrouwen leiden een religieus leven van gebed en arbeid (ora et labora).
Contemplatieve religieuzen
Er zijn contemplatieve religieuzen (monialen of slotzusters) die binnen een klooster wonen en zich van de buitenwereld afgesloten hebben. Waarom doen ze dat? Hun diepste motivatie is uit liefde voor Jezus Christus, Hij heeft hen tot zich getrokken als bruid; ze bidden voor de Kerk en de wereld.
Actieve religieuzen
Andere religieuzen zijn actief vanuit hun congregatie in de gezondheidszorg, het onderwijs, de ziekenzorg, het missiewerk of andere sociale taken waarin hun congregatie gespecialiseerd is. Religieuzen dragen een habijt en sluier.
Aanspreeknaam
Als aanspreeknaam voor mannelijke religieuzen wordt vaak ‘broeder’ of ‘frater’ gebruikt.
Mannelijke religieuzen die ook priester zijn, worden vaak aangesproken als ‘pater’.
Als aanspreeknaam voor vrouwelijke religieuzen wordt vaak ‘zuster’ of ‘moeder’ (voor moeder overste of de abdis) gebruikt.
Connotatie van ‘non’
Er zijn mensen die het woord ‘non’ liever niet gebruiken omdat het denigrerend of spottend zou kunnen overkomen. Andere mensen, waaronder religieuzen zelf, vinden het gebruik van ‘non’ of ‘nonnetje’ juist een positieve connotatie hebben als in een uiting van bewondering of waardering. Het woord ‘non’ kent haar oorsprong van het Latijnse ‘nonnus’, wat eerbiedwaardige persoon betekent en zowel voor monniken en monialen gold.
Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam