Pastoraal werker

Een pas­to­raal werker in de katho­lieke kerk is een leek (dus geen pries­ter of diaken) die een pas­to­rale opdracht vervult binnen een pa­ro­chie of andere ker­ke­lijke organi­sa­tie. De functie is ontstaan na het Tweede Vati­caans Concilie (1962-1965) en komt vooral in Neder­land en België voor.

Taken

• Be­ge­lei­den van gelo­vi­gen bij geloofs- en levens­vra­gen

• Voor­gaan in vie­rin­gen (bijv. woord- en communie­vie­ringen, uit­vaar­ten, gebeds­diensten)

• Catechese geven (zoals voor­be­rei­ding op doop, eerste communie, vormsel)

• Bezoek­werk doen (zieken, ouderen, rouw­be­ge­lei­ding)

• Meehelpen bij het pas­to­raal beleid van de pa­ro­chie

Oplei­ding

Een pas­to­raal werker heeft meestal een acade­mische of hbo-oplei­ding in theo­lo­gie of religie­we­ten­schap­pen gevolgd. In Neder­land is dit vaak aan een katho­lieke in­stel­ling, zoals de Tilburg School of Catholic Theology.

Bevoegd­he­den

Een pas­to­raal werker is geen gees­te­lij­ke en kan dus bij­voor­beeld geen sacra­menten toedienen zoals de Eucha­ris­tie, Biecht of Zie­ken­zal­ving. Dat blijft voorbe­hou­den aan gewijde ambts­dra­gers (pries­ters en bis­schop­pen).

Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam