







|
|
|

Passie
In de katholieke kerk betekent ‘passie’ het lijden en sterven van Jezus Christus. Het woord komt van het Latijnse passio, wat ‘lijden’ betekent.
Betekenissen
- De Passie van Christus → Het lijdensverhaal van Jezus, vooral vanaf zijn gevangenneming in Getsemane tot zijn kruisdood op Golgotha.
- Passieverhalen → De gedeelten in de Evangelies (Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes) die de Passie van Christus beschrijven, traditioneel gelezen in de Goede Week.
- Passiezondag & Passietijd → De laatste twee weken van de Vastentijd, waarin de focus ligt op het lijden van Christus.
- Passiemuziek → Composities zoals de Mattheüspassie van Bach, die het lijdensverhaal muzikaal uitbeelden.
- Religieuze toewijding → Soms wordt ‘passie’ ook gebruikt om vurige liefde voor God of toewijding aan het geloof aan te duiden.
Liturgische vieringen rond de Passie
- Palmzondag → Lezing van de Passie tijdens de Mis.
- Goede Vrijdag → Herdenking van het lijden en de dood van Christus, inclusief de Kruisverering.
- Kruisweg (Via Crucis) → Gebedsmomenten waarin de veertien staties van Jezus’ lijden worden overwogen.
Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling. Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd. © Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam
|
|