Overste
In de Katholieke Kerk is een overste een geestelijke leider binnen een religieuze orde, congregatie of kloostergemeenschap. De overste heeft de taak om de gemeenschap te leiden en toe te zien op de naleving van de kloosterregel en de geestelijke groei van de leden.
Soorten oversten in de Katholieke Kerk
-
Generale overste
- Staat aan het hoofd van een hele orde of congregatie (bijv. de generaal-overste van de Jezuïeten).
- Wordt vaak gekozen door de leden en heeft een ambtstermijn van meerdere jaren.
- Provinciale overste
- Leidt een provincie binnen een orde (bijv. de provinciale overste van de Dominicanen in een bepaald land).
- Klooster- of communiteitsoverste
- Leidt een specifiek klooster of huis binnen een orde.
- Wordt vaak "abt" (bij monniken) of "prioor" (bij bepaalde orden) genoemd.
- Gardiaan
- Een gardiaan is de overste van een communiteit van franciscanen (de minderbroeders, kapucijnen of conventuelen). De term komt uit het Latijnse guardianus, wat "bewaker" of "hoeder" betekent.
- Moeder-overste
- Overste van een vrouwelijke religieuze gemeenschap (bijv. een klooster van zusters).
Taken van een overste
- Geestelijke leiding geven en de gemeenschap begeleiden in gebed en levenswijze.
- Handhaving van de kloosterregel (zoals de Regel van Benedictus of Franciscus).
- Bestuurlijke verantwoordelijkheid, zoals financiën en organisatie van het klooster.
- Toezicht op nieuwe roepingen en opleiding van novicen.
Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam