Oblaat en Oblatesse

De termen oblaat (manne­lijk) en oblatesse (vrouwe­lijk) (van het Latijn oblatus, "aan­ge­bo­den") hebben in de Katho­lieke Kerk meer­dere bete­ke­nissen:

1. Reli­gi­eus lekenlid - Een oblaat is een leek (niet-gees­te­lij­ke) die zich verbindt aan een klooster­ge­meen­schap, zoals de bene­dic­tijnen of cisterciënzers. Ze leven in de wereld maar volgen de spi­ri­tu­ele regels van de orde zoveel moge­lijk in hun dage­lijks leven.

2. Kloos­ter­ling zon­der geloften - In som­mi­ge kloosteror­den ver­wijst een oblaat naar iemand die binnen de ge­meen­schap dient zon­der formele kloostergeloften af te leggen.

3. His­to­rische bete­ke­nis - In de mid­del­eeuwen kon­den ouders hun kin­de­ren "aanbie­den" (oblatie) aan een klooster, waar ze wer­den opgevoed en soms monnik of non wer­den.

4. Oblaten als reli­gi­euze con­gre­ga­tie - Er zijn ook kloosteror­den met "oblaat" in hun naam, zoals de Oblaten van Maria of de Oblaten van Sint-Fran­cis­cus, die zich wij­den aan missio­nair werk en onder­wijs.

Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam