Bisdom Haarlem-Amsterdam











Lof

Lof is een vie­ring van aanbid­ding, lofprij­zing en gebed, waarbij de gelo­vi­gen zich richten op de aanwe­zig­heid van Christus in de eucha­ris­tie. Het heeft een con­tem­pla­tief karakter en wordt vaak gecom­bi­neerd met eucha­ris­ti­sche aanbid­ding (stil gebed voor het uit­ge­stelde Sacra­ment) en af­ge­slo­ten met een zegen met het Aller­hei­ligste.

Het Lof vindt zijn oorsprong in de mid­del­eeuwen, toen de ver­ering van de eucha­ris­tie groeide, en populair werd door feest­da­gen zoals Sacra­ments­dag (Corpus Christi).

Structuur

De structuur van Lof kan variëren af­han­ke­lijk van lokale tradities, maar volgt meestal een vast patroon:

  • Openings­lied:
    • De vie­ring begint vaak met een hymnus, zoals "Tantum Ergo" (een deel van een mid­del­eeuws eucha­ris­tisch gezang van Thomas van Aquino) of een ander lof­lied op het Sacra­ment.
    • In Neder­land kan dit ook een lied zijn zoals "O Heer, die zijt verborgen" of "Lof zij U, o Jezus Christus."
  • Uitstelling van het Aller­hei­ligste:
    • De pries­ter of diaken haalt de geconsa­creerde hostie uit het ta­ber­na­kel en plaatst deze in een monstrans, een rijk versierd hou­der met een glazen centrum waarin de hostie zicht­baar is.
    • Dit gebeurt vaak onder be­ge­lei­ding van wierook (uit een wierookvat) en gezang.
    • De monstrans wordt op het altaar gezet, soms omringd door kaarsen, als focus voor aanbid­ding.
  • Aanbid­ding:
    • Een periode van stil gebed volgt, waarin gelo­vi­gen knielen of zitten en in con­tem­pla­tie de aanwe­zig­heid van Christus over­we­gen.
    • Soms wor­den gebe­den, medi­ta­ties of schrift­le­zingen (bijv. Johannes 6:35, "Ik ben het brood des levens") voor­ge­dragen door de pries­ter.
    • In som­mi­ge vie­rin­gen wor­den litanieën gebe­den, zoals de Litanie van het Heilig Sacra­ment.
  • Lofprij­zing en gebe­den:
    • Tra­di­tio­nele eucha­ris­ti­sche hymnen zoals "Adoro Te Devote" (door Thomas van Aquino) of "O Saluta­ris Hostia" wor­den gezon­gen.
    • Een pries­ter kan een kort woord of over­we­ging hou­den over de bete­ke­nis van de eucha­ris­tie.
  • Zegen met het Aller­hei­ligste:
    • Het hoogte­punt van Lof is de sacra­men­tele zegen. De pries­ter tilt de monstrans op, maakt er een kruisteken mee over de gelo­vi­gen, en zegent hen in stilte of met een formule zoals: "Moge de zegen van de almach­tige God, Vader, Zoon en Heilige Geest, over u nederdalen en altijd bij u blijven."
    • Tijdens de zegen wordt vaak wierook gebruikt, en gelo­vi­gen knielen in eerbied.
    • Een bel kan wor­den geluid om het plech­tige moment te markeren.
  •    Slot­lied en weg­stel­ling:
    • De vie­ring ein­digt met een hymnus, vaak opnieuw "Tantum Ergo" of "Heilig, heilig, heilig".
    • De hostie wordt uit de monstrans gehaald en terugge­plaatst in het ta­ber­na­kel.
    • De vie­ring sluit af.

Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam




Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose