Liturgische kleuren
liturgische kleur is de kleur van de liturgische gewaden die gedragen worden door priesters of diakens tijdens de liturgie. De kleur geeft aan welk geloofsgeheim er gevierd wordt en/of in welke tijd van het jaar men zit. De kleuren zijn:
Wit
tijdens de Paastijd en Kersttijd en op alle (Hoog-)feesten die geen verband houden met lijden. Ook als men een heilige (geen martelaar) gedenkt. In de plaats van wit kan men bij zeer plechtige feestdagen goud dragen.
Rood
op Palmzondag, Goede Vrijdag, Pinksteren en op (Hoog-)feesten die verband houden met lijden. Ook als men een heilige martelaar gedenkt. Rood is de kleur van de liefde en van bloed: Zozeer heeft God ons liefgehad dat Hij Zijn Zoon heeft gegeven die voor ons gestorven is aan het kruis, uit liefde. Velen (martelaren) zijn Hem daarin gevolgd.
Groen
het is geen bijzondere kleur en wordt gedragen op alle zondagen en weekdagen van de (gewone) ‘Tijd door het jaar’.
Paars
voor de Adventstijd en Vastentijd (oftewel de Veertigdagentijd). Wordt ook gedragen als er iemand overleden is. Paars is de kleur van de inkeer.
Roze
Roze kan worden gedragen op de derde zondag van de Advent, Zondag Gaudete, en op de vierde zondag van de Veertigdagentijd, Zondag Laetare. Roze krijg je als je paars en wit mengt.
Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam