Liturgische kleding
In de Katholieke Kerk dragen geestelijken en misdienaars specifieke liturgische kleding tijdens erediensten. Elk gewaad heeft een symbolische betekenis en wordt gedragen volgens de liturgische rang en gelegenheid.
Basisgewaden (voor alle liturgische bedienaren)
- Albe - Lang wit gewaad, symbool van reinheid en doopsel.
- Cingel of Singel - Koord om de middel, verwijst naar kuisheid en zelfbeheersing.
- Stola - Smalle sjaalvormige band, symbool van priesterlijk gezag.
- Amict - Een amict is een rechthoekig stuk wit linnen met twee linten, dat door de priester of diaken om de schouders en nek wordt gedragen onder de albe.
- Manipel - Over de linkerarm gedragen doekje in de liturgische kleur van de dag.
Gewaden van de priester
- Kazuifel - Buitenste gewaad, gedragen bij de mis, in de liturgische kleur van de dag.
- Koormantel of Toog - Lange mantel die gedragen wordt over de kazuivel.
- Schoudervelum - De doek of sjaal die de priester gebruikt bij het oppakken van de monstrans.
- Biretta - Hoofddeksel (vroeger gebruikelijk).
- Bonnet - Rond zacht hoofddeksel; bescheidener dan een biretta
Gewaden van de diaken
- Dalmatiek - Soort kazuifel met korte mouwen, gedragen door diakens.
- Stola schuin over de schouder - Verschil met de priesterstola (die over beide schouders hangt).
Gewaden van de bisschop
- Mijter - Hoge bisschopsmuts, symbool van gezag.
- Zuchetto - het hoofddeksel wanneer hij niet zijn mijter draagt. Het heeft wat weg van een Joods keppeltje.
- Pallium - Smalle wollen band, alleen gedragen door de paus en aartsbisschoppen.
- Cappa magna - Lange ceremoniële mantel, vroeger vaak gedragen.
Gewaden van de paus
- Witte soutane - Alleen de paus draagt wit als dagelijkse kleding.
- Tiara - De pauselijke tiara (triregnum) is een driedelige kroon die eeuwenlang werd gebruikt bij de kroning van pausen.
Gewaden van misdienaars en acolieten
- Superplie - Wit hemd met wijde mouwen, gedragen over een soutane.
- Soutane (zwart of rood) - Onderkleed voor misdienaars en lagere geestelijkheid.
Paramenten
Parament is de term voor liturgische kleding of stoffen die worden gebruikt in de kerk, zoals altardoeken, kazuifels, stola's, en andere gewaden die tijdens de erediensten worden gedragen of gebruikt. Paramenten zijn vaak versierd met religieuze symbolen en worden meestal aangepast aan het kerkelijk seizoen (zoals Paas- of Adventskleuren).
Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam