Kloostergang

Een kloostergang (claustrum) is een overdekte gang rondom een binnentuin (pandhof), die de be­lang­rijk­ste ruimtes van een klooster met elkaar verbindt. De gang is vaak voor­zien van zuilen en bogen en biedt een rus­tige, beschutte omge­ving.

Wat maakt de kloostergang bij­zon­der voor katho­lieken?

1. Ruimte voor gebed en con­tem­pla­tie

   • De kloostergang is een plek van stilte en be­zin­ning, waar monniken en nonnen kunnen medi­te­ren en bid­den.
   • Vaak werd tij­dens het lopen in de kloostergang de psalmen gereci­teerd, een praktijk die helpt om het gebed met het dage­lijkse leven te verbin­den.

2. Symboliek van de kringloop van het leven

   • De cirkel­vormige structuur rondom de binnentuin kan ver­wij­zen naar de spi­ri­tu­ele reis van een monnik of non, waarbij men zich steeds dieper wijdt aan God.
   • De binnentuin, vaak met een water­bron of bloemen, sym­bo­li­seert het paradijs of de Hof van Eden.

3. Architectuur als uitdruk­king van geloof

   • Veel kloostergangen hebben fraai gebeeldhouwde kapi­telen met bijbelse taferelen of heiligenlevens.
   • De bouw­stijl weer­spie­gelt vaak de orde die het klooster bewoont:
     • Bene­dic­tijnen → Sobere en functionele architectuur.
     • Cisterciënzers → Strakke, een­vou­dige stijl, zon­der over­da­dige versie­rin­gen.
     • Dominicanen & Fran­cis­ca­nen → Gericht op eenvoud en predi­king.

4. Pro­ces­sies en ge­meen­schap

   • De kloostergang werd ook gebruikt voor li­tur­gische pro­ces­sies, bij­voor­beeld op hoog­feesten of bij begrafenissen van mede­broe­ders en -zusters.
   • Het is een plek waar de klooster­ge­meen­schap samenkwam en zich verenigd voelde in geloof en toe­wij­ding.

Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam