







|
|
|

Kerkjaar
Het kerkjaar in de katholieke kerk is een cyclus van feesten, liturgische tijden en periodes die het leven en de boodschap van Jezus Christus herdenken en vieren. Het kerkjaar is verdeeld in verschillende seizoenen die elk een specifiek thema en focus hebben. Hier is een overzicht van de structuur van het katholieke kerkjaar:
Advent (Vier weken)
- Tijd van verwachting en voorbereiding op de komst van Jezus Christus bij zijn geboorte met Kerstmis.
- Kenmerken: Het wordt gekarakteriseerd door spirituele voorbereiding, penitentie, en hoop.
- Kleur liturgisch: Paars (symbool van boetedoening en verwachting).
- Eerste zondag van Advent is het begin van het kerkjaar.
Kerstmis (25 december)
- Viering van de geboorte van Jezus Christus.
- Kenmerken: Het is een feest van vreugde, waarbij de nederige geboorte van Jezus wordt herdacht.
- Kleur liturgisch: Wit (symbool van vreugde en feest).
Tijd door het jaar (Oud en Nieuwjaar)
- Dit seizoen is een periodes van groei en reflectie in het christelijke leven.
- Kenmerken: Het gaat over het onderricht en werk van Jezus, met gezamenlijke vieringen van belangrijke feesten, zoals Epifanie (de openbaring van Jezus aan de heidenen) en Zondag van het Woord van God.
Vasten (Veertigdagentijd vóór Pasen)
- Tijd van boetedoening, penitentie en voorbereiding op de viering van de Passie, Dood en Opstanding van Jezus Christus.
- Kenmerken: Het wordt gekenmerkt door vasten, gebed, almsgiving en penitentie.
- Kleur liturgisch: Paars (symbool van boetedoening).
- Aswoensdag markeert het begin van de vastentijd, en de Zondag van de Heer (Palmzondag) markeert het einde.
Goede Week (Passie-week)
- Laatste week van de Veertigdagentijd.
- Herdenking van de lijdensweg van Jezus, inclusief Witte Donderdag (de instelling van de Eucharistie), Goede Vrijdag (de kruisiging van Jezus), en de Paaswake op zaterdagavond (de Opstanding van Jezus).
- Kenmerken: De liturgische rituelen zijn diepgaand, met aandacht voor sacramenten zoals Eucharistie en bezinning op Jezus' lijden en dood.
- Kleur liturgisch: Rood voor Goede Vrijdag, en Wit voor de Paaswake (Opstanding).
Pasen
- Eerste zondag na de eerste volle maan na de lente-equinox.
- Viering van de Opstanding van Jezus Christus.
- Kenmerken: Het is de hoogtepunt van het christelijke geloof, waarin het nieuw leven en overwinning over de dood door Jezus' opstanding wordt gevierd.
- Kleur liturgisch: Wit (symbool van vreugde en opstanding).
Hemelvaart van de Heer (40 dagen na Pasen)
- Herdenking van de hemelvaart van Jezus naar de hemel.
- Kenmerken: Het markeert het moment waarop Jezus zijn discipelen verliet en opsteeg naar de hemel.
- Kleur liturgisch: Wit (symbool van vreugde en feest).
Pinksteren (50 dagen na Pasen)
- Viering van de komst van de Heilige Geest naar de apostelen.
- Kenmerken: Dit wordt gezien als de geboorte van de Kerk, waarbij de Heilige Geest de apostelen versterkte en hen aanmoedigde om het evangelie te verspreiden.
- Kleur liturgisch: Rood (symbool van de Heilige Geest en vurigheid).
Tijd door het jaar (van Pinksteren tot de Advent)
- Een periode van groei in het geloof en herdenking van de leringen van Jezus.
- Kenmerken: In deze periode worden er vaak heiligen herdacht, zoals de Heilige Johannes de Doper en de Heilige Petrus en Paulus.
Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling. Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd. © Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam
|
|