IJsheiligen
De IJsheiligen zijn een groep van vijf heiligen die in de katholieke traditie worden geassocieerd met het weer, en meer specifiek met het risico op late nachtvorst in de lente. Deze vorstperiodes zouden volgens de volksgeloof in het verleden vaak vallen rondom de feestdagen van de IJsheiligen, die tussen 11 en 15 mei liggen. Ze worden vaak gezien als een soort waarschuwing voor boeren dat de kans op vorst nog niet voorbij is, ondanks het feit dat de lente officieel is begonnen.
De vijf IJsheiligen
- Sint-Mamertus (11 mei)
- Sint-Pancratius (12 mei)
- Sint-Gordianus (13 mei)
- Sint-Dunstanus (14 mei)
- Sint-Botolfus (15 mei)
Betekenis en Traditie
-
Weer en Landbouw: Volgens het volksgeloof zijn de IJsheiligen de dagen waarop er nog nachtvorst kan optreden, zelfs nadat de lente is begonnen. Dit kan schadelijk zijn voor planten en gewassen, en dus waren deze dagen voor boeren een waarschuwing om voorzichtig te zijn met het planten van gevoelige gewassen.
-
Namen en Legenden: De heiligen zelf worden niet direct met het weer in verband gebracht, maar de datums van hun feestdagen vallen samen met het moment in het jaar waarop de kans op koude nachten het grootst is. De heiligen zelf waren vaak martelaren uit de vroege christelijke tijd, en hun verhalen zijn in de loop der eeuwen gemengd met volkse tradities rondom het weer.
IJsheiligen en het weer
- De IJsheiligen vormen een belangrijk moment in de traditionele weersvoorspellingen, waarbij het idee was dat de koude nachten tussen 11 en 15 mei de "echt laatste kou" van het seizoen zouden zijn. Na deze dagen wordt aangenomen dat de kans op vorst in veel gebieden minimaal is, en de tijd is gekomen om de tuin of landbouw opnieuw op te starten.
De IJsheiligen zijn dus zowel een geestelijke als een volkskundige traditie, waarbij de rol van heiligen wordt gecombineerd met praktische, agrarische kennis.
Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam