Hoogfeesten en feesten
In de katholieke context is een hoogfeest de belangrijkste liturgische viering binnen de Kerk. Het is een dag van grote vreugde en betekenis, waarop een fundamenteel mysterie van het geloof wordt herdacht, zoals een gebeurtenis uit het leven van Christus, Maria of een belangrijke heilige.
Kenmerken van een hoogfeest
- Plechtige viering: De mis en het getijdengebed (zoals de Vespers) bevatten extra lofprijzing en feestelijke elementen.
- Gloria & Credo: Tijdens de eucharistie worden het Gloria (Eer aan God) en het Credo (Geloofsbelijdenis) gebeden.
- Soms verplichte rustdag: Sommige hoogfeesten, zoals Kerstmis en Allerheiligen, zijn verplichte feestdagen waarop katholieken geacht worden de Mis bij te wonen.
Voorbeelden van hoogfeesten
- Kerstmis (25 december) - Geboorte van Christus
- Pasen (datum varieert) - Verrijzenis van Christus
- Pinksteren (50 dagen na Pasen) - Komst van de Heilige Geest
- Maria Tenhemelopneming (15 augustus) - Maria in de hemel opgenomen
- Allerheiligen (1 november) - Eerbetoon aan alle heiligen
Hoogfeesten staan boven feesten en gedachtenissen in de rangorde van de liturgie.
Voorbeelden van feesten
- Maria Lichtmis (Opdracht van de Heer) - 2 februari
- Boodschap van de Heer (Aankondiging aan Maria) - 25 maart
- Hemelvaart van Maria - 15 augustus (in sommige landen een hoogfeest)
- Geboorte van Johannes de Doper - 24 juni
- Heilige Petrus en Paulus - 29 juni
- Transfiguratie van de Heer - 6 augustus
- Kruisverheffing - 14 september
- Allerzielen - 2 november (herdenking van de overledenen, geen verplichte feestdag)
- Christus Koning - Laatste zondag van het kerkelijk jaar
Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam