Guardia Nobile
De Guardia Nobile (vertaald: Nobele Garde) was een elite-eenheid in Vaticaanstad die de paus diende als persoonlijke garde. Opgericht in 1801 door paus Pius VII als een regiment zware cavalerie, bestond de garde uit edellieden, voornamelijk uit Romeinse adellijke families, en later ook uit andere delen van Italië.
Hun taak was het escorteren van de paus bij verplaatsingen door Rome, het bewaken van zijn vertrekken in de pauselijke paleizen en het uitvoeren van speciale missies binnen de Pauselijke Staten. Een van hun eerste grote opdrachten was het begeleiden van Pius VII naar Parijs voor de kroning van Napoleon in 1804.
Na de eenwording van Italië en het verlies van de Pauselijke Staten in 1870 werd de rol van de Noble Guard beperkt tot het Vaticaan, waar ze vooral ceremoniële taken uitvoerden, zoals het bewaken van de paus tijdens officiële gelegenheden. Hoewel ze nominaal een cavalerie-eenheid bleven, werden paarden na 1904 afgeschaft en droegen ze alleen nog een sabel. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kregen ze tijdelijk pistolen om paus Pius XII te beschermen.
De garde werd in 1970 opgeheven door paus Paulus VI als onderdeel van de hervormingen na het Tweede Vaticaans Concilie. Het elitaire imago paste niet meer bij de moderne, eenvoudiger kerkvisie. Vandaag leeft de herinnering voort in een veteranenvereniging, "La Compagnia delle Lance Spezzate" (De Compagnie van de Gebroken Lansen).
Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam