Fibula
Een fibula is een decoratieve sluiting of gesp die oorspronkelijk werd gebruikt om kledingstukken, zoals mantels of capes, bij elkaar te houden. In de context van pauselijke gewaden, zoals het mantum, verwijst de fibula naar een sierlijke, vaak metalen of juweelachtige sluiting die de rode mantel op de borst vastmaakt. Het is niet alleen functioneel, maar ook een symbool van status en waardigheid, passend bij de plechtigheid van het pauselijk ambt.
De fibula vindt zijn oorsprong in de oudheid, waar het een veelgebruikt item was bij Romeinen en andere culturen om tunieken of mantels te sluiten. In de kerkelijke traditie werd het overgenomen en verfraaid, vaak met goud, zilver, edelstenen of religieuze symbolen zoals kruisen of christusmonogrammen. Bij de paus kon de fibula bijvoorbeeld een kunstwerk op zich zijn, met ingewikkeld graveerwerk of emaille.
Hoewel het gebruik van de fibula in moderne liturgische kleding sterk is afgenomen - mede door de vereenvoudiging na Vaticanum II - blijft het een historisch element dat de rijkdom van de kerkelijke traditie weerspiegelt. Tegenwoordig zie je het vooral nog in musea of bij reconstructies van traditionele pauselijke gewaden. Het combineert praktisch nut met esthetische pracht!
Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam