Fascia

De brede band die een bis­schop (of soms ook een pries­ter) om zijn middel draagt, heet een fascia.

Wat is het?

• De fascia is een brede, stoffen band die om de taille wordt gedragen, over de toog (niet over de albe).

• Ze valt meestal recht naar bene­den aan één of beide zij­den, soms met franjes of kwasten aan het uit­ein­de.

• Ze is onder­deel van de gewone kle­ding van gees­te­lij­ken buiten de li­tur­gie, dus geen li­tur­gisch gewaad, maar een ker­ke­lijk kle­ding­stuk.

Wie draagt het?

• Bis­schop­pen, kar­di­na­len en de paus dragen een fascia als deel van hun koorkledij of bij offi­cië­le gelegen­he­den.

• Kleuren:

  • Paars voor bis­schop­pen

  • Rood voor kar­di­na­len

  • Wit met gou­den franjes voor de paus

Niet te verwarren met

• De cingel (cingulum), het koord om de albe tij­dens de li­tur­gie.

• De stola, de smalle sjaal die het pries­ter- of diaken­ambt aanduidt.

• De sjerp van leken of ceremoniële gewa­den bij gildes of rid­deror­den.

Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam