Episcopaat
Het episcopaat verwijst in de Katholieke Kerk naar het ambt en de waardigheid van een bisschop. Het woord komt van het Griekse episkopos, wat opzichter of bisschop betekent.
Kenmerken van het episcopaat
De bisschop als opvolger van de apostelen
- Bisschoppen worden beschouwd als directe opvolgers van de apostelen.
- Ze ontvangen hun wijding door de handoplegging, wat een ononderbroken lijn van apostolische opvolging waarborgt.
Drie graden van het wijdingssacrament
- Diaconaat (diaken)
- Presbyteraat (priester)
- Episcopaat (bisschop) → Hoogste graad van het wijdingssacrament.
Taken van een bisschop
- Leraar - Verkondigt en bewaakt de leer van de Kerk.
- Herder - Leidt een bisdom en waakt over de gelovigen.
- Liturgische leider - Voert wijdingen uit, zoals priesterwijdingen en vormsel.
Verschillende soorten bisschoppen
- Diocesane bisschop - Hoofd van een bisdom.
- Hulpbisschop - Assisteert een diocesane bisschop.
- Aartsbisschop - Leider van een aartsbisdom.
- Kardinaal-bisschop - Een hogere rang binnen het kardinalencollege, vaak betrokken bij de verkiezing van de paus.
Het episcopaat en de paus
- Alle bisschoppen vormen samen het bisschoppencollege, met de paus als hun hoofd.
- De paus is de bisschop van Rome en de hoogste autoriteit binnen de Katholieke Kerk.
Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam