Doopkaars
Een doopkaars is een kaars die wordt aangestoken tijdens het doopritueel in de katholieke kerk. De kaars symboliseert het licht van Christus, die het nieuwe leven en de vergeving van zonden brengt aan degene die gedoopt wordt. Het wordt vaak ontstoken van de paaskaars, het centrale licht dat Christus’ opstanding vertegenwoordigt.
De doopkaars wordt meestal na de doop aan de dopeling (of diens ouders) gegeven als een blijvend symbool van hun doop. Het is een herinnering aan het moment waarop de dopeling het christelijke geloof omarmt en het "licht van Christus" in hun leven wordt aangestoken.
Vaak wordt de doopkaars versierd met religieuze symbolen, zoals een kruis, de naam van de dopeling, en de datum van de doop. Het kan ook de letters α en ω bevatten (de Griekse letters voor het begin en het einde, die verwijzen naar Christus). Na de doop wordt de kaars vaak bewaard als een belangrijk aandenken.
Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam