Convikt

Een convikt is een pries­ter- of semi­na­rie-internaat, oftewel een woon­ge­meen­schap voor (aan­ko­mende) pries­ters, theo­lo­gie­stu­denten of se­mi­na­risten.

Be­lang­rijk­ste kenmerken

• Woon­plaats voor se­mi­na­risten of theo­lo­gie­stu­denten: Stu­den­ten wonen er tij­dens hun oplei­ding tot pries­ter, vaak terwijl ze aan een uni­ver­si­teit of pries­ter­semi­narie stu­de­ren.

• Gees­te­lij­ke vor­ming: Naast acade­mische studies wordt er veel aan­dacht besteed aan gebed, li­tur­gie, ge­meen­schapsleven en per­soon­lijke be­ge­lei­ding.

• Structuur: Een convikt staat meestal onder lei­ding van een rector of gees­te­lij­ke bege­lei­der.

His­to­rische en actuele functie

• In som­mi­ge lan­den (zoals Duits­land, Zwitserland, België en Neder­land) bestaan convikten nog steeds als huis­ves­ting en vor­mings­plek voor pries­ters in oplei­ding.

• Soms zijn convikten onder­deel van een groter semi­na­rie, soms zijn het losse woon­hui­zen verbon­den aan een uni­ver­si­teit of bisdom.

Voor­beeld

• Aarts­bis­dom Utrecht had tot 2010 het Ariënsconvikt als pries­ter­stu­dentenhuis. In dat­zelfde jaar werd het Ariëns­in­sti­tuut opgericht met als doel de vor­ming van pries­ter­kan­di­da­ten te coör­di­ne­ren.

Herkomst van het woord

• Afgeleid van het Latijnse convivere = sa­men­le­ven.

• Verge­lijk­baar met het Franse internaat of het Engelse resi­dence hall, maar spe­ci­fiek voor gees­te­lij­ke vor­ming.

Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam