Collaar
In een katholieke context verwijst een collaar (ook wel priesterboord of clericaal boord) naar de witte kraag die door katholieke priesters en andere geestelijken wordt gedragen. Het is een stijve, meestal witte band die rond de hals wordt gedragen en vaak zichtbaar is boven een zwarte soutane of priesterhemd.
Deze kraag symboliseert de toewijding van de priester aan zijn religieuze roeping en wordt vaak geassocieerd met de clerus binnen de katholieke kerk, maar ook in sommige andere christelijke denominaties.
1. Romeins boord (Roman Collar)
-
De meest bekende variant.
-
Een stijve, witte band die in een zwart priesterhemd of soutane past.
-
Vaak los of als een vast onderdeel van het hemd.
2. Tab Collar
-
Heeft een kleine witte rechthoek (tab) aan de voorkant van de kraag.
-
De rest van de kraag is zwart en sluit strak om de nek.
-
Vaak gebruikt door priesters die een eenvoudigere stijl verkiezen.
3. Anglicaanse boord (Dog Collar)
-
Een volledige witte band die de hele hals omringt.
-
Vooral populair in de Anglicaanse Kerk, maar soms ook bij katholieke geestelijken.
4. Soutane-kraag (Cassock Collar)
-
Direct geïntegreerd in de soutane, zonder een los boordstuk.
-
Vooral gedragen door traditioneel geklede priesters en bisschoppen.
5. Prelaatkraag
-
Een bredere en soms versierde versie, vaak gedragen door bisschoppen en kardinalen.
-
Kan soms paarse of rode accenten bevatten.
Elk van deze varianten heeft zijn eigen betekenis en wordt afhankelijk van de gelegenheid of persoonlijke voorkeur gedragen.
Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam