Attributen van een bisschop
Er zijn diverse attributen die horen bij de waardigheid en het gezag van een bisschop in de katholieke kerk. Ze hebben elk een symbolische en liturgische betekenis.
Bisschopsstaf
- Een lange staf met een gekromde top, die een bisschop draagt tijdens liturgische plechtigheden.
- De bisschop houdt de staf in de linkerhand tijdens liturgische handelingen.
- Hij gebruikt hem niet als hij bidt of een zegen geeft.
- Bij pauselijke ceremonies draagt de paus geen bisschopsstaf, maar een herderskruis (ferula).
Bisschopsring
- De bisschopsring is een ring die een bisschop aan de rechterhand draagt.
- Gelovigen kusten vroeger de bisschopsring als teken van respect.
- Pausen en kardinalen dragen een speciale ring (Fischer’s Ring bij de paus).
Bisschopswapen
- Een persoonlijk wapenschild dat een bisschop kiest bij zijn benoeming.
- Bevat meestal elementen die verwijzen naar zijn bisdom, persoonlijke spiritualiteit of heiligen.
- Op het wapen kiest de bisschop een persoonlijke spreuk of motto, vaak in het Latijn; De wapenspreuk van Mgr. Hendriks is “Quodcumque dixerit Vobis, facite” (Doe maar wat Hij u zeggen zal).
- Staat op officiële documenten, kerkelijke zegels en soms op de kathedraal.
- Pausen hebben ook een pauselijk wapen zonder bisschopsstaf.
Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam