Bisdom Haarlem-Amsterdam











Berouw

Berouw (contritio cordis) betekent een diep­ge­voelde spijt over begane zon­den, gepaard met de vaste wil om ze niet meer te herhalen. Het is een essentieel ele­ment van de biecht en de ver­ge­ving van zon­den.

Kenmerken van oprecht berouw

  • Inner­lijke spijt → Niet alleen uit angst voor straf, maar omdat de zonde een breuk veroor­zaakt met God en anderen.
  • Vast voor­ne­men tot beter­schap → De intentie om te ver­an­de­ren en zonde te vermij­den.
  • Kan voort­ko­men uit liefde of vrees:
    • Volmaakt berouw (contritio cordis) → Komt voort uit liefde tot God, omdat men Hem niet wil kwetsen.
    • Onvolmaakt berouw (attritio cordis) → Voort­ko­mend uit angst voor straf of de gevolgen van de zonde. Dit is ook gel­dig in de biecht, mits er de intentie is om zich te bekeren.

Berouw in de biecht

  • Berouw is een voor­waarde voor gel­dige absolutie.

  • De pries­ter kan alleen ver­ge­ving geven als de biech­teling echt spijt heeft en de intentie heeft zijn leven te beteren.

  • Vaak wordt de Akte van berouw (Actus Contritionis) uit­ge­spro­ken:

    "Mijn God, ik heb spijt over mijn zon­den, omdat ik Uw straf vrees, maar vooral omdat ik U, mijn goede en lief­heb­bende God, heb bele­digd. Ik neem mij voor om met Uw hulp niet meer te zon­digen en het kwade te vermij­den. Amen."

Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam




Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose