Ascese
Ascese (of vasten) betekent dat iemand zich bewust onthoudt van wereldse genoegens en materiële gemakken om zich te richten op spirituele groei, gebed en een diepere relatie met God. Het begrip komt van het Griekse woord askesis, dat ‘oefening’ of ‘training’ betekent, oorspronkelijk gebruikt voor atletische discipline, maar in het christendom toegepast op spirituele discipline.
Betekenis
Ascese is in de katholieke kerk een praktijk van zelfverloochening en discipline om:
- Zonde te overwinnen: Door begeerten te beheersen en afleidingen te vermijden, groeit men in heiligheid.
- Gebed te verdiepen: Een sober leven helpt om de geest te richten op God in plaats van op wereldse zaken.
- Jezus na te volgen: Het imiteert Christus’ lijden en zijn oproep tot het "dragen van het kruis" (Matteüs 16:24).
Ascese wordt niet gezien als een doel op zich, maar als een middel om dichter bij God te komen en de ziel voor te bereiden op het eeuwige leven.
Verschil tussen vasten en ascese
-
Vasten is een specifieke vorm van onthouding, meestal van voedsel, met een spiritueel doel.
-
Ascese is een bredere levenswijze van zelfdiscipline en onthouding om spiritueel te groeien.
- Vasten is een vorm van ascese, maar ascese omvat meer dan alleen vasten.
Deze katholieke woordenlijst is nog in ontwikkeling.
Aan de beschrijvingen wordt nog geschaafd.
© Copyright 2025 Bisdom Haarlem-Amsterdam