Meditatie Mgr. Mutsaerts voor het Jubeljaar

In de elfde maandmeditatie in de context van het Jubeljaar 2025 schrijft mgr. Mutsaerts, hulpbisschop van bisdom ’s-Hertogenbosch, over Allerheiligen en Allerzielen. Met deze twee belangrijke feesten gaat de maand november van start. ‘Allerheiligen en Allerzielen roepen ons op om na te denken over welke vragen echt belangrijk zijn’, schrijft de bisschop.
Allerheiligen, Allerzielen
DIn Amerika gebeurde het enkele jaren geleden dat een jong van een adelaar door zijn moeder verstoten werd. Een boer zag het hulpeloze beestje en had er medelijden mee. Hij gaf het adelaarsjong een plekje tussen zijn kippen en kuikens. Het adelaarsjong begon zich te gedragen als een kip. Hij wist niets anders dan het leven van een kip. Het scharrelde maar wat rond en pikte graantjes van de grond. Hij wist niet beter dan het leven van een kip en gedroeg zich als zodanig. Hij wist niet dat hij tot iets hogers bestemd was, bestemd om zijn vleugels uit te slaan, om tot grote hoogten te vliegen.
Als we weten wie we zijn, weten we hoe we moeten handelen. Ja wie ben jij, als mens, waartoe bestemd?
Allerzielen en het feest van Allerheiligen herinneren ons eraan wie we zijn en welke mooie toekomst voor ons is weggelegd. En waartoe we in staat zijn. De heiligen herinneren ons eraan dat we onze blik omhoog moeten richten, dat we moeten onderzoeken wie we zijn en welke glorieuze mogelijkheden God ons biedt. De heiligen bemoedigen ons in onze eigen strijd, want net als wij hebben ook zij strijd moeten doorstaan, ze groeiden in de tijd naar heiligheid. Dat lees je terug in alle heiligenverhalen.
Het is sowieso goed om je sterfdag af en toe voor ogen te houden. Waarom? Niet om ons bang te maken, maar om ons te motiveren. Niet om ons te vertellen hoe we moeten sterven, maar om ons te laten zien hoe we moeten léven. Het leven ziet er heel anders uit als je het vanaf het einde bekijkt. Vanuit dat perspectief is het veel gemakkelijker om te herkennen wat echt belangrijk is.
De waarheid is dit: de meesten van ons besteden een immense hoeveelheid tijd en energie aan dingen die totaal niet belangrijk zijn. We maken ons zorgen en piekeren over dingen die op geen enkele manier een verschil maken. We besteden uren en soms dagen van ons leven aan zaken die echt niets voorstellen. Zullen zij op hun sterfbed zeggen: "Ik ben zo blij dat ik dat gedaan heb!"?
Miljoenen mensen in de wereld spenderen energie en tijd aan het likken van hun wonden, het koesteren van hun wrok tegen mensen die hen vorige maand of zelfs twintig jaar geleden gekwetst of genegeerd hebben. Als ze voor de hemelpoort staan, zullen ze dan met trots terugkijken naar die tijd en de energie die ze daaraan besteed hebben? Zullen ze zeggen: "Ik ben zo blij dat ik zoveel van mijn tijd in die wrok en boosheid heb gestoken." We raken allemaal verstrikt in onze agenda's, in de dingen die we willen bereiken: geld verdienen, winkelen in het winkelcentrum, onze cv's vormgeven. Als we onze laatste adem uitblazen, zullen die dingen dan nog belangrijk zijn? Zijn dat de dingen die ons voldoening en vrede zullen geven als we onze laatste adem uitblazen? Ik denk het niet.
Allerheiligen en Allerzielen roepen ons op om na te denken over welke vragen belangrijk zijn. Niet welke vragen vandaag belangrijk lijken, maar welke vragen belangrijk zullen zijn op de laatste dag. Ik geloof dat er maar enkele vragen belangrijk zijn als we de eeuwigheid tegemoet gaan. Heb ik zorg gehad voor mijn naaste? Ja, ook voor die ene, u weet wel. Heb ik naar de wereld gekeken met Gods ogen? Was ik vergevingsgezind? Heb ik om vergeving gevraagd? Heb ik de ander het zijne gegund? Dat soort dingen. Het is niet moeilijk te bedenken wat de vragen zullen zijn.
Was ik in staat om de schoonheid van de wereld om me heen en het goede in mensen te zien? Was ik in staat om de mensen die van me hielden te waarderen en erop te reageren? Was ik, ondanks alles wat er mis is in de wereld, in staat om dat ene plekje te vinden, die plek waar ik wist dat alles goed was; die plek waar ik kon lachen, dankbaar kon zijn en wist dat ik gezegend was. En toen ik die vreugde vond, genoot ik er dan van en was ik er dankbaar voor? Of vond ik het allemaal maar vanzelfsprekend. Kort samengevat: heb ik liefgehad? Gebruikte ik de tijd en talenten die me gegeven waren om liefde door te geven? Kan ik een stukje goedheid vinden in mijn kind, in mijn echtgenoot, in mijn vriend, waarvan ik weet dat ik die heb kunnen koesteren? Kan ik een familielid of zelfs een vreemde aanwijzen die dankzij mij beter is geworden? Is de wereld op de een of andere manier wijzer of gezonder of rechtvaardiger omdat ik erin was? Was ik in staat om iemand te vergeven die me gekwetst had? Sprak ik de waarheid, zelfs als ik wist dat het me niet in dank werd afgenomen? Koos ik voor het goede, nam ik het risico om iets te doen ook al wist ik dat het misschien niet zou lukken? Heb ik ervoor gekozen andere mensen te respecteren, zelfs als ze dat niet verdienden? Dit zijn misschien wel de vragen die ons op de laatste dag vrede en voldoening zullen geven.
We besteden allemaal zoveel van onze tijd aan dingen die onbelangrijk zijn. Maar uiteindelijk zijn er maar een paar vragen die we positief moeten kunnen beantwoorden. Als we die vragen positief kunnen beantwoorden, kunnen we onze ogen in vrede sluiten. We kunnen er ook op vertrouwen dat we de deur naar de eeuwigheid hebben gevonden. Daarom is het dwaas om het beantwoorden van deze vragen uit te stellen tot aan ons sterfbed. Daarom is het essentieel om vandaag te beginnen met deze vragen te beantwoorden en ernaar te leven.
Elke heilige heeft een verleden. Elke zondaar heeft een toekomst. Dit geldt voor ieder van ons. Streef naar heiligheid. Blijf niet in die seculiere kippenren rondscharrelen, maar sla je vleugels uit. We zijn tot iets veel hogers geroepen. De heiligen herinneren ons aan wie we werkelijk zijn: Gods kinderen.
+ Rob Mutsaerts
Hulpbisschop van ’s-Hertogenbosch

Pelgrims van Hoop, bidden in het Heilig Jaar
Deze maandmeditaties komen uit het boek ‘Pelgrims van Hoop, bidden in het Heilig Jaar’, uitgegeven door Adveniat. De bisschoppen sluiten ieder in een andere maand aan bij de actualiteit van het kerkelijk jaar.








