Bisdom Haarlem-Amsterdam










Reactie kardinaal Eijk op inititiefnota D66

Toegang tot abortus als mensenrecht?

gepubliceerd: zaterdag, 6 september 2025

Op maan­dag 8 sep­tem­ber wordt in de Tweede Kamer de ini­tia­tiefnota van D66 behandeld met de titel ‘Toegang tot abortus is een mensen­recht’. Kar­di­naal Eijk, bis­schop­re­fe­rent voor medische-ethische kwesties namens de Neder­landse Bis­schop­pen­con­fe­ren­tie, rea­geert op deze nota. Hij wijst op het fun­da­men­tele recht op leven, ook van ongeboren kin­de­ren en beschrijft daarbij de nodige wezen­lijke ach­ter­gron­den en morele con­se­quenties.

Ook noemt de kar­di­naal het gevaar dat medische hulp­ver­le­ners tegen­over abortus als mensen­recht niet lan­ger op principiële grond bezwaar kunnen maken tegen mede­wer­king aan abortus. ‘Abortus tot een fun­da­men­teel mensen­recht verklaren impli­ceert dat artsen en zorgverleners die abortus wei­geren op basis van gewetensbezwaren vrouwen het recht op zorg en het recht op abortus zou­den ontzeggen. Dit zal de gewetens­vrij­heid van mede­wer­kers in de ge­zond­heids­zorg ondermijnen.’

foto: KRO-NCRV Geloofs­ge­sprek
Kardinaal Eijk

Abortus een mensen­recht?

Op maan­dag 8 sep­tem­ber a.s. zal de Tweede Kamer de ini­tia­tiefnota Toegang tot abortus is een mensen­recht van de D66-leden Sjoerdsma en Paulusma behan­de­len.[1] In deze ini­tia­tiefnota roepen zij de rege­ring onder meer op om samen met gelijkgestemde lan­den te pleiten voor het vastleggen van het recht op abortus in het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie en in het Inter­na­tio­naal verdrag inzake bur­ger­rechten en poli­tieke rechten. Hiermee beogen zij we­reld­wijd de toegang tot abortus te verbe­te­ren.

Hun oproep aan de rege­ring is inge­ge­ven door zorg om het feit dat er jaar­lijks we­reld­wijd 39.000 vrouwen sterven aan de gevolgen van een onveilige abortus. Dit is te ver­ge­lij­ken met het totale aantal bewoners van de ge­meen­te Wa­ge­nin­gen, zo stellen zij. Uiter­aard is het zeer betreurens­waar­dig dat vrouwen dood­gaan door een onveilige abortus provocatus. Maar moeten we ons niet ook zorgen maken om de astrono­mische aantallen ongeboren kin­de­ren, wier leven door abortus wordt beëindigd? Tussen 2021 en 2023 steeg het jaar­lijkse aantal abortussen in Neder­land van 31.049[2] tot 39.332.[3] In de Verenigde Staten werd het aantal abortussen in 2020 geraamd op 930.160, wat betekende dat ongeveer een vijfde van alle zwan­ger­schappen ein­digde in een abortus.[4] We­reld­wijd gebeurt dat bij 29% van alle zwan­ger­schappen en bedraagt het jaar­lijkse aantal abortussen ongeveer 73 miljoen.[5]

De Wereldge­zond­heids­orga­ni­sa­tie noemt ische­mische har­taandoe­ningen de grootste doodsoor­zaak (9 miljoen doden in 2021). Maar moeten we feite­lijk niet con­sta­te­ren dat abortus de grootste doodsoor­zaak is? Hier wreekt zich het feit dat de zich in de baar­moe­der ont­wik­ke­lende vrucht en zelfs het pas­ge­bo­ren kind niet als een men­se­lijke persoon wor­den gezien. Het bio­lo­gisch gezien men­se­lijk wezen zou pas een persoon zijn, als het een zelfbewust­zijn heeft en kan denken. Dat het embryo vanaf de bevruch­ting een men­se­lijke persoon is, kan niet wor­den bewezen. Het is echter moei­lijk denk­baar dat het embryo vanaf de men­se­lijke bevruch­ting geen men­se­lijke persoon zou zijn, omdat vanaf dat moment het DNA vastligt dat zijn erfe­lijke eigen­schappen gedurende zijn hele leven zal bepalen. En ook als het embryo geen actuele men­se­lijk persoon is, dan is het in ieder geval een po­ten­tiële men­se­lijke persoon. Dan moet vanaf de bevruch­ting reke­ning wor­den gehou­den met de rechten van de persoon die eenmaal door de ver­dere ont­wik­ke­ling uit het embryo zal ontstaan. “Het men­se­lijk wezen moet geëerbie­digd wor­den en behandeld als een persoon vanaf het ogen­blik van de conceptie; en daarom moeten vanaf dat­zelfde moment zijn rechten als persoon wor­den erkend, waar­on­der in de eerste plaats het on­aan­tast­bare recht op leven van ieder on­schul­dig men­se­lijk wezen” (Evangelium vitae, nr. 60).

Dit objectieve fun­da­men­tele recht op leven wordt de mens door de Schepper toegekend. Hij geeft de mens een unieke essentiële waar­dig­heid, doordat Hij hem schept naar zijn beeld en gelijkenis (Gen 1,26-27). God is daardoor de bron van de objectieve rechten van de mens, waar­on­der het recht op leven. Wanneer echter God niet als Schepper wordt erkend, dan wordt de Staat de instantie die bepaalt welke rechten mensen toe­ko­men. Door legale moge­lijk­he­den voor abortus te rea­li­se­ren wordt het recht op leven van ongeboren mensen aangetast.

Abortus is in Neder­land niet gelegaliseerd. Het wordt nog steeds verbo­den (Wetboek van Straf­recht, art. 296, lid 1). Abortus is alleen niet straf­baar als die wordt verricht door een arts in een zie­ken­huis of kliniek of door een huisarts die een abortuspil voorschrijft volgens de Wet afbre­king zwan­ger­schap (art. 296, lid 5). Van het formele verbod op abortus gaat nog een zekere be­scher­mende wer­king uit voor het ongeboren kind. Het D66-voorstel beoogt om in Neder­land en andere gelijkgestemde lan­den abortus uit het straf­recht te halen en tot een grondrecht te verheffen. De ver­wach­ting is dat daardoor de toegang wordt vergroot tot wat wordt genoemd een veilige abortus. In Frank­rijk is dat recht op 4 maart vorig jaar al in de grondwet verankerd.[6]

Het feit dat abortus in Neder­land in principe nog verbo­den is biedt ook artsen bescher­ming die principiële bezwaren hebben tegen het ver­rich­ten van abortus en hun mede­wer­king daaraan wei­geren. De Wet Afbre­king Zwan­ger­schap bepaalt expliciet dat niemand verplicht is om een abortus te ver­rich­ten of daaraan mede­wer­king te verlenen (art. 20, lid1). Abortus tot een fun­da­men­teel mensen­recht verklaren impli­ceert dat artsen en zorgverleners die abortus wei­geren op basis van gewetensbezwaren vrouwen het recht op zorg en het recht op abortus zou­den ontzeggen. Dit zal de gewetens­vrij­heid van mede­wer­kers in de ge­zond­heids­zorg ondermijnen.

Het D66-voorstel om van abortus een fun­da­men­teel mensen­recht te maken, houdt in dat de Staat door zijn wet­ge­ving of een groep van staten door inter­na­tio­nale verdragen de vrouw het recht toekent op zelfbeschik­king over haar eigen lichaam. Dit recht zou haar ook het recht geven om door abortus een einde te laten maken aan het leven van haar ongeboren kind. In de hui­dige cultuur ligt de nadruk op subjectieve rechten, name­lijk het recht om iets te doen en autonoom te besluiten, hier om het ongeboren kind door abortus te laten doden. Binnen de schep­pings­orde­ning gaat het om objectieve rechten, die de Schepper aan de mens toekent en daarom ge­res­pec­teerd dienen te wor­den.

Bovendien gaat het bij abortus niet om de zelfbeschik­king van de vrouw over haar lichaam. Zij beschikt over het leven van iemand anders, haar ongeboren kind, een actuele men­se­lijke persoon of een po­ten­tiële toe­koms­tige men­se­lijke persoon.

De Wet afbre­king zwan­ger­schap impli­ceert al een aantas­ting van het fun­da­men­tele recht op leven van ongeboren kin­de­ren. Door abortus tot een mensen­recht te verklaren, wordt dit recht een­vou­digweg ontkend. Het komt de Staat echter niet toe, ook niet bij een democra­tische meer­der­heid, om het fun­da­men­tele recht op leven te ont­krachten dat de Schepper aan de mens, ook de ongeboren mens, heeft toegekend. Johannes Paulus II zegt hierover: “Neemt een parle­mentaire of maat­schap­pe­lijke meer­der­heid, wanneer ze de recht­ma­tig­heid van de onder bepaalde voor­waar­den uitge­voerde doding van het ongeboren men­se­lijke leven goed­keurt, soms niet een ‘tiranniek’ besluit tegen het zwakste en meest weer­loze men­se­lijk wezen?” (Evangelium vitae, nr. 70).

Wat moet er dan wel wor­den gedaan? Vrouwen die ongewenst zwan­ger raken, wor­den vaak aan hun lot over­ge­la­ten. De man die het kind verwekt heeft en ook haar familie insis­te­ren dikwijls op abortus. Haar moet geen recht op abortus wor­den aan­ge­bo­den, maar de helpende hand wor­den toegestoken om haar in staat te stellen de zwan­ger­schap uit te dragen. Ver­vol­gens is aan haar de beslis­sing of zij het kind wil hou­den of afstaan aan adoptieou­ders. De Katho­lieke Kerk roept op tot een cultuur van leven, waarin zowel de moe­der als het kind, ook het ongeboren kind, met liefde en zorg wor­den omringd.

Utrecht, 5 sep­tem­ber 2025

+ Willem Jacobus kar­di­naal Eijk

Aarts­bis­schop van Utrecht en referent voor medische-ethische kwesties namens de Neder­landse Bis­schop­pen­con­fe­ren­tie

------------------

  1. W. Paulusma, Toegang tot abortus is een mensen­recht, zie: d66.nl/wp-con­tent/uploads/2024/11/Inita­tiefnota_abortus_4.pdf
  2. Jaar­rap­portage 2021 Wet afbre­king zwan­ger­schap (Wafz), sep­tem­ber 2022, zie: www.igj.nl/publi­ca­ties/jaar­ver­slagen/2022/09/22/wafz-2021
  3. Jaar­rap­portage 2023 Wet afbre­king zwan­ger­schap (Wafz), no­vem­ber 2024, zie: www.rijksover­heid.nl/do­cu­menten/rapporten/2024/11/06/jaar­rap­portage-2023-wet-afbre­king-zwan­ger­schap-wafz.
  4. Guttmacher Institute, Long-Term Decline in US Abortions Reverses, Showing Rising Need for Abortion as Supreme Court Is Poised to Overturn Roe v. Wade, 15 juni 2022, zie: www.guttmacher.org/article/2022/06/long-term-decline-us-abortions-reverses-sho­wing-rising-need-abortion-supreme-court.
  5. Wereldge­zond­heids­orga­ni­sa­tie, Abortion, 17 mei 2024, zie: www.who.int/news-room/fact-sheets/detail/abortion.
  6. Texte intégral de la Constitution du 4 octobre 1958 en vigueur, art. 34: “La loi détermine les conditions dans lesquelles s’exerce la liberté garantie à la femme d’avoir recours à une interruption volontaire de grossesse,” zie: www.conseil-constitutionnel.fr/le-bloc-de-constitutionnalite/texte-in­te­gral-de-la-constitution-du-4-octobre-1958-en-vigueur.




Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose