

Vijfde zondag door het jaar (C)
Zondag 10 februari 2013
gepubliceerd: donderdag, 7 februari 2013
“Bij het zien daarvan viel Simon Petrus Jezus te voet en  zei: Heer,  ga weg van mij want ik ben een zondig mens. Ontzetting had zich  meester  gemaakt van hem en allen die bij hem waren vanwege de vangst die ze   gedaan hadden; en zo verging het ook Jakobus en Johannes, de zonen van  Zebedeüs,  die met Simon samenwerkten.” (Lc.5,8-10)
De Orthodoxe Kerk van Ethiopië heeft een aantal kenmerken die zó lijken te  zijn ontleend aan het joodse geloof. Eén daarvan is de schroom om de heilige  ruimte van de kerk te betreden. Zo zie je daar dikwijls meer mensen buiten dan  binnen het kerkgebouw. Men voelt zich al gauw onrein, niet in de gesteldheid om  het huis van God te betreden.
Wij in het Westen hebben die schroom niet. Dat hoeft ook niet. Maar toch.  Velen van ons komen hooguit eenmaal per jaar in de kerk, en schromen dan niet  om, haast gedachteloos, naar voren te lopen om te communie te gaan. Er zijn  geestelijken in onze kerk die in geen veertig jaar over de biecht zelfs maar  hebben nagedacht.
Mensen gaan in de kerk trouwen zonder over veel meer te hebben gereflecteerd  dan over de trouwjurk en het feestdiner. Dat er ook nog een heel leven achter  hen ligt dat in het licht van het nieuw te ontvangen sacrament toch zeker wat  evaluatie behoeft, komt niet eens bij hen op.
Reflectie, gewetensonderzoek, het zijn schaarse goederen geworden, en ook  iets negatiefs: ze horen thuis bij onverwerkte herinneringen en andere  psychische aandoeningen. De oude individuele aansprakelijkheid, ruggengraat van  de westerse beschaving, is bezig plaats te maken voor een nieuw soort van  collectieve verantwoordelijkheid, naar het woord van oud-premier Kok: "We hadden  toch met z’n allen afgesproken dat..." Het beeld van de mens die na zijn dood  geoordeeld wordt door zijn Schepper proberen we uit alle macht van het netvlies  te krijgen.
Simon heeft die natuurlijke schroom, die hem doet terugdeinzen voor het  heilige. Oog in oog met een werkelijkheid die hij alleen kende uit vermoedens  herkent hij de Heer. De vangst was overvloedig, zoals iedereen ervaart die zich  voor Christus openstelt.
Het gaat erom zelf de kairos, het heilige moment en de heilige  gebeurtenis, te herkennen. Want God respecteert onze vrijheid...
wp

