Bisdom Haarlem-Amsterdam










Zo vieren we Kerstmis

gepubliceerd: zaterdag, 6 december 2025

Hoe we Kerst­mis vieren is een mix van oude en moderne tradities, van hei­dense en chris­te­lijke. Waren er altijd al kerst­cadeautjes, -bomen, -kaarten en -stalletjes, waar­mee we nu zo bekend zijn?

December­maand

Dat we Kerst­mis in de­cem­ber vieren tij­dens de ‘donkere dagen voor kerst’ of midwinter­da­gen, gaat terug op het oude Romeinse winterwende­feest ‘Saturnalia’, dat van 17 tot 23 de­cem­ber gehou­den werd als tijd van vreugde, cadeautjes en het omkeren van sociale rollen (waarbij slaven en meesters een dag van rol wissel­den - iets wat vandaag de dag ook gebeurt bij Drie­ko­nin­gen, 6 januari, met de keuze van een kin­derko­ning). Het waren de kortste dagen van het jaar. Het verlangen naar licht en lente is dan het grootst. Daar sloot de geboorte van het ‘Licht van de wereld’ goed bij aan.

25 December

We vieren de geboorte van Jezus op 25 de­cem­ber (zijn geboorte­dag is ons onbekend). Die dag was in Rome sinds het jaar 274 de dag van de ‘Sol Invictus’ (= Onoverwonnen zon). Deze zonnegodcultus was ooit vanuit Syrië naar Rome overgewaaid. In 321 liet keizer Constan­tijn de dag van de zon (dies solis, zon­dag) tot offi­cië­le rust­dag uitroepen. Pas vanaf het mid­den van de vierde eeuw na Chr. komt het feest van Kerst­mis op 25 de­cem­ber op litur­gische kalen­ders voor.

Kerst­vie­ringen

In de kerst­nacht (van 24 op 25 de­cem­ber) wor­den in de kerken meer­dere HH. Missen gevierd. Nu vaak allemaal ‘nacht­mis’ genoemd, maar de traditie is rijker: de vigilie­mis, de nacht­mis, de dageraads­mis en de dag­mis van Kerst­mis. Tijdens de dag­mis wordt uit het begin van het Johannese­van­ge­lie gelezen van de gees­te­lij­ke geboorte van de Christus, maar in de vie­rin­gen hier voor­af­gaand wordt meer de his­to­rische geboorte van Jezus verhaald met het Lucase­van­ge­lie in de nacht­mis. Deze traditie is eeuwen­oud. In elk van de drie Missen wordt de geboorte van Jezus vanuit één per­spec­tief gevierd.

Kerst­boom

KerstboomEen echte dennen­boom of een kunstkerst­boom, op vele plaatsen wor­den ze opgezet. Jaar­lijks wor­den er zo’n 2½ miljoen van verkocht. Versierd met lichtjes, slin­gers en kerstballen (te­gen­woor­dig meer bij­zon­dere figuren dan ronde ballen) sieren ze huis­ka­mers en kerken, straten en pleinen, scholen en kantoren. Waar staan ze niet? Romeinen en Germanen haal­den al groene takken en ver­lich­ting in huis als symbool voor vrucht­baar­heid en god­de­lijk­heid. De dennen­boom bleef groen en kon­digde daar­mee ook de lente aan, een tijd van bloei. Ze wer­den op de kortste dag van het jaar neer­ge­zet en versierd. Vanaf de Late Mid­del­eeuwen is bekend dat in Midden- en Oost-Europa en Scandinavië kerst­bo­men wer­den opgezet bij de kerst­feesten. In de acht­tien­de eeuw had­den rijke Duitsers ook een boom in huis, een gebruik dat de Duitse prins Albert door zijn huwe­lijk met de Engelse koningin Victoria in de negen­tien­de eeuw naar Engeland expor­teerde. Daarna ging dit gebruik snel de wereld over. Het was vooral een pro­tes­tantse gewoonte; katho­lieken had­den hun kerst­stalletje. Het is ook pas in 1982 als er, op verzoek van de Poolse paus Johannes Paulus II, naast een grote kerst­stal een grote kerst­boom op het Sint-Pieters­plein wordt geplaatst.

Kerst­stal

De oudste afbeel­dingen van de geboorte van Jezus betreffen het bezoek van de wijzen uit het oosten (naar het Bijbel­ver­haal uit Matteüs). Ze dateren uit de tweede en derde eeuw (bij­voor­beeld een sarcofaag, marmeren grafkist). Later werd ook de beschrij­ving uit het Lucase­van­ge­lie (van de her­ders) afge­beeld. Het is pas met Kerst­mis 1223 als St. Fran­cis­cus van Assisi in het berg­dorpje Greccio (nabij Assisi) tij­dens de kerst­nacht de sfeer van Beth­le­hem wil uit­beel­den en met de lokale bevol­king, een baby en dieren de kerst­stal samenstelt. Van daaruit verspreidt de kerst­stal zich - in alle vormen en maten - naar de kerken en huizen, scholen en pleinen. Ze is niet meer weg te denken bij de vie­ring van Kerst­mis.

Kerst­cadeaus

De ach­ter­grond van cadeautjes met de kerst is gelegen in de oude Romeinse oorsprong van het ‘Saturnalia’ feest als ook in het Bijbelse verhaal van de wijzen, die geschenken meebrachten voor het Kind (Mt. 2,1-12). Lange tijd was het Sin­ter­klaas­feest in ons land het cadeautjes­feest, maar te­gen­woor­dig liggen er onder de kerst­boom ook cadeautjes voor jong en oud.

Kerst­kaarten

KerstkaartenKerst­kaarten wor­den te­gen­woor­dig steeds vaker digi­taal verstuurd. De oudste kerst­kaart, voor zover bekend, is uit 1611, gestuurd vanuit Duits­land aan de Engelse koning James I, waarop ge­schre­ven stond: ‘met een gebaar van vreug­de­volle vie­ring van de geboorte­dag van de Heer, met vreugde en voorspoed gaan we het voorspoe­dige jaar 1612 binnen’. Het is pas mid­den negen­tien­de eeuw als er gedrukte kaarten in omloop komen toen Henry Cole een drukkerij opdracht gaf om 1000 kaarten te drukken met daarop een sfeer­volle afbeel­ding en kerstwens. De eerste drukker in Neder­land van kerst­kaarten was Boek­han­del Koster uit Am­ster­dam, die hiermee in 1873 begon. Op de kaarten van Koster stond een leuke wens in rijm­vorm. Sinds eind negen­tien­de eeuw sturen we elkaar, tot op de dag van vandaag, massaal kerst- en nieuw­jaarswensen toe.

Kerst­mu­ziek en -lie­de­ren

Van ‘De her­der­tjes’ tot ‘All I want for Christmas’ kerst­lied­jes horen erbij. Denk ook aan het ‘Weih­nachtsoratorium’ van J.S. Bach (1734). De oudste reli­gi­euze kerst­lie­de­ren dateren uit de vijf­tien­de en zes­tien­de eeuw (zoals ‘Hoe leyt dit Kindeke’ en ‘Nu sijt wellecome’); ‘Stille Nacht’ is uit de negen­tien­de eeuw. We zingen ze in Neder­lands, oud-Neder­lands en zelfs Latijn. Denk maar aan ‘Adeste fideles’ of het altijd ge­waar­deerde ‘Transeamus usque Beth­le­hem’. In de kerk wor­den de tra­di­tio­nele Engelse kersthymnes even­eens graag gezon­gen door kerkkoren en de rest van de tijd luis­te­ren we naar de vele kerst(pop)liedjes via de radio en playlists.

Kerststol

De Germanen maakten offerbro­den, klobebrot genoemd, rijke­lijk gevuld met honing en gedroogde vruchten als symbool van vrucht­baar­heid, om de goden guns­tig te stemmen zodat de lente snel zou komen. Oudste bronnen over een kerststol dateren uit de Mid­del­eeuwen. Ze wer­den aan­vanke­lijk gemaakt van meel, gist en vruchten maar zon­der boter, zodat ze in de Advents­tijd (was toen ook een vas­ten­tijd) gegeten kon­den wor­den, maar vanaf 1490 mochten de bakkers uit Dres­den er van paus Innocentius VIII boter aan toe­voe­gen. De oudste vermel­ding in ons land dateert uit de­cem­ber 1871: een adver­tentie van de Am­ster­damse bakker Adolph Katterfeld, met een typefout (‘Weisenachs’ i.p.v. ‘Weih­nachts’). Later werd het Duitse ‘Stollen’ het Neder­landse ‘stol’.

Advertentie voor Weisenachs Stollen

Drie­ko­nin­gen

Het feest van Drie­ko­nin­gen (6 januari) is gebaseerd op het geboorte­ver­haal van Matteüs van het bezoek van de wijzen uit oosten. Zij kregen in de loop van de tijd hun spe­ci­fie­ke uitdos­sing, afstam­ming (wereld­deel), leef­tijd en zelfs namen: Caspar, Balthasar en Melchior. Die dag gaan kin­de­ren langs de deuren en zingen liedjes voor snoep of zak­geld (wat vroe­ger de arme ge­zin­nen deden). In een speciale cake of taart werd een boon of munt verstopt. Het kind dat deze vond, was de ‘koning van de dag’. Na deze dag wordt de kerst­boom weer opgeruimd.




Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose