Bisdom Haarlem-Amsterdam










Wij geloven - God, almachtige Vader en Schepper

gepubliceerd: zaterdag, 26 april 2025
Wij geloven - God, almachtige Vader en Schepper

Iedere zon­dag zeggen of zingen we de ge­loofs­be­lij­de­nis. Wat geloven wij? Dit is deel twee in een serie van zes artikelen over de ge­loofs­be­lij­de­nis van Nicea/Con­stan­ti­no­pel, in een oecu­me­nisch per­spec­tief ontleed aan de hand van het boek Wij geloven. Rooms-katho­liek en pro­tes­tant: één geloof. De ge­loofs­be­lij­de­nis van Nicea / Con­stan­ti­no­pel (uit­ge­legd door Bram van de Beek en Herwi Rikhof).

De ge­loofs­be­lij­de­nis van Nicea-Con­stan­ti­no­pel (uit 325/381) heeft een trinitaire structuur. Iedere zon­dag belij­den we in de Kerk het geloof in één God, Vader, Zoon en Heilige Geest. Wat opvalt is dat de formu­le­ringen over de Vader en de Geest beknopt zijn in vergelij­king met de uit­voerige verwoor­ding van het geloof in één Heer, Jezus Christus.

Van de Beek en Rikhof openen het hoofd­stuk over ‘De almach­tige Vader, Schepper van hemel en aarde’ met de opmer­king dat de uit­spraak over Jezus: ‘Jezus is de Heer’ (1 Kor. 12,3 en Fil. 2,11) de oudste belij­denis van de Kerk is. Hiermee wordt bovenal uit­ge­spro­ken dat in Christus God in ons mid­den geko­men is. De vroegste chris­te­lijke ge­meen­te erkende dat Jezus deze heilige God is. Pas in de tweede eeuw wor­den deze christo­lo­gische belij­denissen uit­ge­breid met zinsne­den over de Vader, de Almach­tige en de Schepper. Op de ach­ter­grond speelt het uiteen­gaan van de Kerk en Israël en de vraag of de God van Jezus, die in essentie liefde is, wel dezelfde is als de jaloerse en wraak­zuch­tige God die we in het Oude Testa­ment ook tegen­ko­men.

Het aan­zet­ten van de tegen­stel­ling tussen de God van het Oude en het Nieuwe Testa­ment is verbon­den met de naam van Marcion (ca. 140), die onder hei­denchris­te­nen een grote invloed had. De Kerk hield echter vast aan de onverbreke­lijke band tussen het Oude en het Nieuwe Testa­ment, tussen de God van Israël en de God van Jezus. Dat kwam tot uitdruk­king in de uitbrei­ding van de ge­loofs­be­lij­de­nis, die door dopelingen moest wor­den uit­ge­spro­ken. Kon men in de eerste eeuw om gedoopt te wor­den volstaan met de belij­denis: ‘Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is’, in doopbelij­denissen vanaf de tweede eeuw moest de dopeling ook uit­spre­ken: ‘Ik geloof in God de Vader, de Almach­tige, Schepper van hemel en aarde’.

Door deze beslis­sing van de Kerk bleef de chris­te­lijke theo­lo­gie gewor­teld in het Oude Testa­ment: “Wij geloven in één God” - zo begint het credo - de Vader, die de bron is van alle leven en de gever van het goede. Hij is Schepper en Heer van de ge­schie­de­nis. Tege­lijker­tijd wer­den daar­mee alle vragen binnen­ge­haald waar­mee al de oude profeten van Israël worstel­den en waar­mee vandaag veel mensen, zij het in een heel andere context, zich vaak geen raad weten. Want hoe kan het, dat als God alles bestuurt en Hij almach­tig is, het kwaad in de wereld zo opper­mach­tig is. Waarom gaat het de vromen vaak slecht en degenen die onrecht plegen zo goed?

Van de Beek en Rikhof onderkennen de span­ning in de belij­denis van God als almach­tige Vader en Schepper en gaan in op een aantal prangende vragen: is het lij­den de wil van God? Wat zegt de heilige Schrift daarover in de Psalmen en in het boek Job? Hoe staat het met het morele kwaad en het na­tuur­lijke kwaad? Is er een kwaad dat absoluut niet te plaatsen is? Zal er sprake zijn van een recht­vaar­dige vergel­ding voor gele­den onrecht of heeft ook die vergel­ding zijn grenzen?

De vragen wor­den niet uit­puttend behandeld en dat kan ook niet. Ze zullen ons blijven achter­volgen zolang we leven. Evenmin komen we met deze vragen dichter bij het ant­woord op de vraag waarom het juist en be­lang­rijk blijft om Gods almacht te belij­den. Daarvoor is een per­spec­tief­wis­se­ling nodig, die we op eigen kracht niet kunnen voltrekken, maar waar­van verhalen in de Schrift zoals over Job en over de blind­ge­bo­rene (Joh. 9,3) getuigen. Het gaat erom dat in de volhar­ding en in de gene­zing Gods macht zicht­baar moet wor­den. Dat is het per­spec­tief van de hele Schrift, het Oude en het Nieuwe Testa­ment. De macht van God is sterker dan de machten van deze wereld.

Voor de moderne mens, die leeft in een onttoverde wereld, waarin alles maak­baar lijkt, is het niet mak­ke­lijk om te belij­den dat God de Almach­tige Vader en Schepper is. Van de Beek en Rikhof stellen dat de verkaveling van bevoegd­he­den tussen God en mens dat geloof onder­graaft. Ze pleiten ervoor om vast te hou­den aan het geloof in de God, de Almach­tige Vader en Schepper, en han­te­ren het on­der­scheid tussen eerste oor­zaak en tweede oor­zaken bij de heilige Thomas van Aquino (die het geleend heeft van de Griekse filo­soof Aristo­teles) om dui­de­lijk te maken wat het betekent. God, de Almach­tige Vader en Schepper is als Eerste Oorzaak de bron en het geheim dat aan het leven vooraf gaat, het omvat, het voltooit en er altijd zal zijn. Dat staat de men­se­lijke vrij­heid en verant­woor­de­lijk­heid niet in de weg. En evenmin zal het de vraag naar het waarom weg­ne­men waar kruis en lij­den steeds weer op ons pad komen.


Gerelateerde nieuwsberichten

zaterdag, 26 april 2025Credo - Geloofsbelijdenis
zaterdag, 26 april 2025Wij geloven - Introductie
zaterdag, 26 april 2025Wij geloven - Jezus Christus, Zoon van God en Verlosser
zaterdag, 26 april 2025Wij geloven - De Heilige Geest
zaterdag, 26 april 2025Wij geloven - De Kerk
zaterdag, 26 april 2025Wij geloven - De laatste dingen



Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose