Homilie Mgr. Hurkmans - donderdag 5 december
Collegio Santa Maria dell’Anima
Broeders, bisschoppen, broeders en zusters,
Al meerdere malen hebben wij naar voren gehaald dat wij ons Ad Limina bezoek doen in een bevoorrechte tijd. Wij zijn in de eerste dagen van de Advent. We wachten met aandacht op de komst van Christus. Hij komt als een weerloos kind. God en mens worden één. Hij komt in de heilige Eucharistie. God is nooit ver van ons. Jezus blijft door de sacramenten werkzaam aanwezig in de Kerk, ook vandaag de dag. Christus zal eveneens komen om ons te oordelen, om ons thuis te brengen in het hemels Jeruzalem.
Het is Advent. Christus komt. Voor ons bisschoppen een gunstige tijd om stil te staan bij het mysterie van de Kerk. Dat woord mysterie vraagt om verduidelijking. In de wereld van de literatuur, van de film denkt men daarbij aan een smeuïg geheim, aan een paranormale ervaring of aan occulte krachten. Voor ons christenen gaat het daarbij, als we stil staan bij de Kerk, ook al dringen we erin door met ons verstand, om een realiteit die nooit helemaal te doorgronden is. God is het ‘oer-mysterie’. De Kerk is een mysterie omdat zij weliswaar menselijk is, maar toch vooral goddelijk. Wij zijn het volk van God. Het is makkelijk het menselijke en het al te menselijke in de Kerk te herkennen. Het goddelijke is moeilijker waarneembaar, het is niet in enquêtes te pakken. Hier komt het aan op geloof. In Jezus gaan het mens zijn en het God zijn harmonieus samen. In de kracht van zijn woorden, in de tekenen die Hij stelt is God reeds zichtbaar. Ten volle is God te herkennen in zijn dood en verrijzenis. De apostel Thomas belijdt, wanneer hij bij het weerzien van Jezus de sporen van zijn wonden betast: “Mijn Heer en mijn God”.
De Kerk is op een ander niveau drager van God. God roept zijn volk bijeen. Hij is aanwezig in de gelovigen, in de Heilige Schrift, in de sacramenten, onder meer in de mannen die God roept om als priester Christus tegenwoordig te stellen in de Kerk.
Vandaag staan wij stil bij de eerste geroepenen, bij de apostelen. Kijken we naar Petrus. Hij is onder ons in zijn opvolger paus Franciscus. Op een unieke wijze roept hij op tot geloof, geeft hij velen hoop. Hij spreekt over Gods barmhartigheid. Hij raakt gekwetste mensen aan, omarmt ze. Hij is er op uit de Kerk de glans van haar goddelijke ziel weer terug te geven. Hij wijst met klem op de missie van de Kerk. Gewonde mensen in Christus herstellen. Hij maakt duidelijk, zoals het in de eerste lezing tot ons kwam, dat er in Gods plan geen plaats is voor hoog gelegen vestingen. Voor trots, voor hoogmoed, voor zelfzuchtige rijkdom. In de eindtijd zullen de poorten van het hemels Jeruzalem geopend worden voor de rechtvaardige natie die God trouw bleef. Iedere paus mag aan de wereld het hemels Jeruzalem voorhouden. Mag te midden van stormen en gevaren die in Kerk en wereld vernietigende sporen nalaten in geloof overeind blijven. In nederigheid en eenvoud alles blijven verwachten van God.
In de tijd van Adrianus VI, de enige Nederlandse paus, wiens grafmonument in deze kerk te vinden is, was er nood aan hervorming. Adrianus was een machtig man, met grote intellectuele gaven, een wijze man. Van Leuven uit werd hij opvoeder van Karel V aan het hof in Spanje. Te Torsato is hij in 1516 bisschop. In 1522 kiest men hem als kardinaal tot paus. Vele deugden sierden hem. Zijn vorming dankte hij aan de op hervorming gerichte beweging van de moderne devotie. De dagelijkse Eucharistie sterkte hem in de navolging van Christus.
De Kerk die Adrianus in Rome aantrof was gekenmerkt door rijkdom en macht met alles wat daaruit voortvloeit. Adrianus riep de vorsten in Europa op tot vrede om de christelijke cultuur te bewaren. Het rijke, hoofse leven in het Vaticaan vormde hij om tot een kloosterleven. Op de Rijksdag in Neurenberg bood hij, door midden van een vertegenwoordiger, verontschuldiging aan voor de zonden van de ambtsdragers in de Kerk om daardoor Luther in de Kerk te houden. Adrianus, een sobere, eenvoudige apostel die in het concrete leven van de Kerk een leven met Christus centraal zette.
Broeders, broeders en zusters, in onze tijd die een cultuurbreuk doormaakt, staan pausen in een Kerk en wereld, getekend door secularisatie, door een kloof tussen arm en rijk, door de noodzaak tot zuivering van het verleden, door ethische vraagstukken van formaat vanwege het vele kunnen van de wetenschap en van de digitale mogelijkheden. Er is zo veel om ons heen. Vandaag roept Jezus ons op, we hoorden het in het Evangelie, steeds weer op zoek te gaan naar het fundament. Christus blijft ons uitnodigen ons te stellen onder God. Zijn wil vervullen. Christus gaat ons voorop. Hij is de weg, de waarheid en het leven. Het is Advent. Christus komt onder ons. Laten wij in deze tijd naar het voorbeeld van Petrus, Adrianus en van onze paus Franciscus het mysterie van de Kerk zichtbaar maken. Door eenvoudig en arm te leven. Door onze medemensen een voor een te ontmoeten en door met hen samen te komen rond Christus. Hij legt de weg af naar ons, laten wij vol dankbaarheid de weg afleggen naar Hem. Uit onze ontmoeting met Hem zal immers de hervorming die onze tijd nodig heeft opbloeien. Dat God mag heersen in ons hart. Amen.
+ Mgr. Hurkmans
Bisdom ’s-Hertogenbosch