Bisdom Haarlem-Amsterdam









Homilie Mgr. Hurkmans - donderdag 5 december

Collegio Santa Maria dell’Anima

gepubliceerd: vrijdag, 6 december 2013

Broe­ders, bis­schop­pen, broe­ders en zusters,

Al meer­dere malen hebben wij naar voren gehaald dat wij ons Ad Limina bezoek doen in een bevoor­rechte tijd. Wij zijn in de eerste dagen van de Advent. We wachten met aan­dacht op de komst van Christus. Hij komt als een weerloos kind. God en mens wor­den één. Hij komt in de heilige Eucha­ris­tie. God is nooit ver van ons. Jezus blijft door de sacra­menten werk­zaam aanwe­zig in de Kerk, ook vandaag de dag. Christus zal even­eens komen om ons te oor­de­len, om ons thuis te brengen in het hemels Jeru­za­lem.

foto: Ramon Mangold
foto: Ramon Mangold

Het is Advent. Christus komt. Voor ons bis­schop­pen een guns­tige tijd om stil te staan bij het mysterie van de Kerk. Dat woord mysterie vraagt om verdui­de­lij­king. In de wereld van de literatuur, van de film denkt men daarbij aan een smeuïg geheim, aan een paranormale erva­ring of aan occulte krachten. Voor ons chris­te­nen gaat het daarbij, als we stil staan bij de Kerk, ook al dringen we erin door met ons verstand, om een reali­teit die nooit helemaal te doorgron­den is. God is het ‘oer-mysterie’. De Kerk is een mysterie omdat zij welis­waar men­se­lijk is, maar toch vooral god­de­lijk. Wij zijn het volk van God. Het is mak­ke­lijk het men­se­lijke en het al te men­se­lijke in de Kerk te herkennen. Het god­de­lijke is moei­lijker waarneem­baar, het is niet in enquêtes te pakken. Hier komt het aan op geloof. In Jezus gaan het mens zijn en het God zijn harmonieus samen. In de kracht van zijn woor­den, in de tekenen die Hij stelt is God reeds zicht­baar. Ten volle is God te herkennen in zijn dood en ver­rij­ze­nis. De apostel Thomas belijdt, wanneer hij bij het weerzien van Jezus de sporen van zijn won­den betast: “Mijn Heer en mijn God”.

De Kerk is op een ander niveau dra­ger van God. God roept zijn volk bijeen. Hij is aanwe­zig in de gelo­vi­gen, in de Heilige Schrift, in de sacra­menten, onder meer in de mannen die God roept om als pries­ter Christus te­gen­woor­dig te stellen in de Kerk.

Vandaag staan wij stil bij de eerste ge­roe­penen, bij de apos­te­len. Kijken we naar Petrus. Hij is onder ons in zijn op­vol­ger paus Fran­cis­cus. Op een unieke wijze roept hij op tot geloof, geeft hij velen hoop. Hij spreekt over Gods barm­har­tig­heid. Hij raakt gekwetste mensen aan, omarmt ze. Hij is er op uit de Kerk de glans van haar god­de­lijke ziel weer terug te geven. Hij wijst met klem op de missie van de Kerk. Gewonde mensen in Christus her­stel­len. Hij maakt dui­de­lijk, zoals het in de eerste lezing tot ons kwam, dat er in Gods plan geen plaats is voor hoog gelegen ves­tingen. Voor trots, voor hoogmoed, voor zelf­zuch­tige rijkdom. In de eind­tijd zullen de poorten van het hemels Jeru­za­lem geopend wor­den voor de recht­vaar­dige natie die God trouw bleef. Iedere paus mag aan de wereld het hemels Jeru­za­lem voor­hou­den. Mag te mid­den van stormen en gevaren die in Kerk en wereld ver­nie­ti­gende sporen nalaten in geloof overeind blijven. In nede­rig­heid en eenvoud alles blijven ver­wach­ten van God.

In de tijd van Adrianus VI, de enige Neder­landse paus, wiens graf­mo­nu­ment in deze kerk te vin­den is, was er nood aan her­vor­ming. Adrianus was een mach­tig man, met grote intellectuele gaven, een wijze man. Van Leuven uit werd hij opvoe­der van Karel V aan het hof in Spanje. Te Torsato is hij in 1516 bis­schop. In 1522 kiest men hem als kar­di­naal tot paus. Vele deug­den sier­den hem. Zijn vor­ming dankte hij aan de op her­vor­ming gerichte bewe­ging van de moderne devotie. De dage­lijkse Eucha­ris­tie sterkte hem in de navol­ging van Christus.

De Kerk die Adrianus in Rome aantrof was ge­ken­merkt door rijkdom en macht met alles wat daaruit voortvloeit. Adrianus riep de vorsten in Europa op tot vrede om de chris­te­lijke cultuur te bewaren. Het rijke, hoofse leven in het Vati­caan vormde hij om tot een kloosterleven. Op de Rijks­dag in Neuren­berg bood hij, door mid­den van een ver­te­gen­woor­diger, verontschul­diging aan voor de zon­den van de ambts­dra­gers in de Kerk om daardoor Luther in de Kerk te hou­den. Adrianus, een sobere, een­vou­dige apostel die in het concrete leven van de Kerk een leven met Christus centraal zette.

Broe­ders, broe­ders en zusters, in onze tijd die een cultuur­breuk doormaakt, staan pausen in een Kerk en wereld, getekend door seculari­sa­tie, door een kloof tussen arm en rijk, door de nood­zaak tot zuive­ring van het verle­den, door ethische vraag­stukken van formaat van­wege het vele kunnen van de weten­schap en van de digitale moge­lijk­he­den. Er is zo veel om ons heen. Vandaag roept Jezus ons op, we hoor­den het in het Evan­ge­lie, steeds weer op zoek te gaan naar het fun­dament. Christus blijft ons uit­no­di­gen ons te stellen onder God. Zijn wil vervullen. Christus gaat ons voorop. Hij is de weg, de waar­heid en het leven. Het is Advent. Christus komt onder ons. Laten wij in deze tijd naar het voor­beeld van Petrus, Adrianus en van onze paus Fran­cis­cus het mysterie van de Kerk zicht­baar maken. Door een­vou­dig en arm te leven. Door onze mede­mensen een voor een te ont­moe­ten en door met hen samen te komen rond Christus. Hij legt de weg af naar ons, laten wij vol dank­baar­heid de weg afleggen naar Hem. Uit onze ont­moe­ting met Hem zal immers de her­vor­ming die onze tijd nodig heeft opbloeien. Dat God mag heersen in ons hart. Amen.

+ Mgr. Hurkmans
Bisdom ’s-Hertogen­bosch





Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose