De vastenboodschap van kardinaal Bergoglio
Tot 13 maart 2013 was paus Franciscus of Jorge Maria Bergoglio aartsbisschop van Buenos Aires, de hoofdstad van Argentinië en een metropool met bijna drie miljoen inwoners. Op Aswoensdag, een maand voordat hij tot paus gekozen werd, publiceerde hij zijn vastenboodschap.
‘Scheur je hart en niet je kleren’
“Scheur je hart en niet je kleren, keert terug tot de Heer uw God, omdat Hij genadig en barmhartig is, lankmoedig en vol liefde,” citeert hij de profeet Joël waaruit de Kerk, tijdens de eucharistieviering op Aswoensdag leest.
Armoede en onmacht
Geleidelijk aan zijn wij door toedoen van de media gewend geraakt aan de zwarte kroniek van onze hedendaagse maatschappij. Het drama is op de straat, in de wijk, in ons huis en, waarom niet in ons hart. Het lijden van de onschuldigen en vreedzamen houdt nooit op ons te raken. Minachting voor de rechten van de zwaksten is ons niet vreemd. Het geld overheerst de wereld met alle gevolgen van dien zoals drugs, corruptie, mensen- en kinderhandel samen met materiële en morele armoede. De verdwijning van geschikt werk, de pijnlijke emigratie en ook het gebrek aan toekomst kunnen hieraan toegevoegd worden. Ook onze zonden en de zonden van de Kerk ontbreken niet in dit panorama. Het gebrek aan ethische waarden in de samenleving confronteert ons met onze eigen beperking en onze onmacht deze verwoestende realiteiten te veranderen.
Vernieuwing en bekering
De vasten roept uit dat het mogelijk is dat alles nieuw wordt, omdat God rijk is aan barmhartigheid en altijd bereid is te vergeven, schrijft kardinaal Bergoglio. God moedigt ons aan opnieuw en opnieuw te beginnen. We worden uitgenodigd een paschale reis naar de waarheid te ondernemen, een reis waar het kruis en de afzwering van het kwaad bijhoren, een reis die niet comfortabel is, maar wel vruchtbaar. We worden uitgenodigd te erkennen dat er iets in onszelf, in de samenleving, in de Kerk niet goed is, iets dat veranderd moet worden, iets dat bekering behoeft.
Medewerkers van God
De Veertigdagentijd is, aldus kardinaal Bergoglio, niet alleen voor onszelf bedoeld maar ook voor de verandering van onze gezinnen, onze gemeenschappen, onze Kerk, ons vaderland, voor de hele wereld. Het zijn veertig dagen om ons te bekeren tot de heiligheid van God, om zijn medewerkers te worden die zijn genade ontvangen en daarmee de mogelijkheid het menselijk leven zo op te bouwen dat elk mens de verlossing ervaart, die Christus voor ons door zijn dood en verrijzenis gewonnen heeft.
Een ander iets goeds brengen
De aartsbisschop roept de gelovigen in Buenos Aires op solidair met anderen te zijn. Hij citeert Johannes Chrystomos die schrijft dat geen deugdzame handeling groot kan zijn als deze niet vergezeld gaat met iets dat een ander voordeel brengt. Hoeveel tijd je ook besteedt aan vasten, hoe vaak je ook slaapt op een harde vloer en hoeveel as je eet en voortdurend zucht, als je niets goeds doet aan andere, doe je niets groots.
Jaar van het Geloof
In dit licht wijst kardinaal Bergoglio ook op de betekenis van het Jaar van het Geloof. Dit jaar is een kans die God ons geeft om te groeien en te rijpen in onze ontmoeting met de Heer die zichzelf zichtbaar maakt in het lijdende gezicht van zoveel jongeren zonder een toekomst, in de bevende handen van een vergeten oudere en in de trillende knieën van zoveel families die het leven het hoofd moeten bieden zonder iemand te vinden die hen helpt.
Gebed
Kardinaal Bergoglio wenste de gelovigen een goede Veertigdagentijd en roept op het eind van zijn boodschap hen op voor hem te bidden
(Bron: Zenit 14 maart 2013)