R.-K. Kerk publiceert nieuw reglement begraafplaatsen 25 juli 2003

modelreglement in PDF formaat
De R.-K. Kerk in Nederland heeft noodgedwongen een nieuw 'modelreglement' voor het beheer van katholieke begraafplaatsen uitgebracht. Dit meldt het blad 'rkkerk.nl', het officiële orgaan van de katholieke Kerk in Nederland. Aanleiding voor het nieuwe reglement is de uitspraak van de Hoge Raad in oktober 2002, die bepaalde dat niet de nabestaanden maar de begraafplaats de eigenaar van een grafsteen is. Daaruit volgt dat eventuele schade die door een omvallende grafsteen ontstaat, voor rekening komt van de begraafplaats. Die juridische eigendomsverhoudingen komen tot uitdrukking in het nieuwe reglement.

Vóór de uitspraak van de Hoge Raad bestond breed de indruk, ook bij begraafplaatsen, dat de nabestaanden de eigenaar van een grafsteen zijn. Zij zoeken immers met zorg en liefde de steen uit en betalen ervoor. Het vernieuwde reglement houdt rekening met de nieuwe situatie, die met name gevolgen heeft voor beheer en onderhoud. Ook voor de verzekeringen van de begraafplaats heeft de uitspraak van de Hoge Raad consequenties.

Er zijn in Nederland ongeveer negenhonderd parochiële en katholieke begraafplaatsen die hun reglement aan moeten passen. Het vernieuwde modelreglement hanteert het principe dat de 'rechthebbende' (degene aan wie het recht op een graf is verleend) zélf verantwoordelijk blijft voor een goed onderhoud van het graf. Het parochiebestuur of de kerkelijke instelling moet dus actief toezien op zorgvuldig onderhoud en maatregelen treffen om schade te voorkomen. Voor de definitieve vaststelling van het begraafplaatsreglement is goedkeuring vereist van de plaatselijke bisschop.

De kerkprovincie heeft bij verzekeringsmaatschappij Donatus collectief een aantal risico's op schade aan grafmonumenten afgedekt. De Nederlandse bisschoppen hopen dat het vernieuwde modelreglement voor de besturen van katholieke begraafplaatsen "een welkome ondersteuning zal betekenen bij hun taak ten aanzien van de zorg voor de overledenen".

De uitspraak van de Hoge Raad in oktober 2002 was het 'laatste woord' in een proefproces dat de R.-K. Kerk had aangespannen naar aanleiding van een uitspraak van de Rechtbank Breda (1993). Die wees toen tegen de verwachting in het eigendom van een grafsteen geheel toe aan de eigenaar van de begraafplaats. Aanleiding was een ongeval waarbij een meisje een omvallende zerk op haar benen kreeg. De Hoge Raad bevestigde de conclusie van de Bredase Rechtbank, dat volgens het Burgerlijk Wetboek alles wat duurzaam aan een stuk grond is verbonden, rechtens het eigendom is van de eigenaar van de grond.

Pas als in de Wet op de Lijkbezorging een expliciete bepaling zou worden opgenomen dat grafstenen van deze regels zijn uitgezonderd, komt het eigendom van de grafsteen aan de nabestaanden toe. Zolang dat niet gebeurt dient deze uitspraak van de Hoge Raad als uitgangspunt voor de begraafplaatsbeheerders. Petra Stassen, juriste in de R.-K. Kerk, merkt op dat de Nederlandse situatie hiermee afwijkt van de ons omringende landen: "Veel landen kennen binnen het algemene regime voor roerende en onroerende zaken een aparte bepaling voor grafstenen. Bij de nieuwe Wet op de Lijkbezorging heeft de Nederlandse wetgever nagelaten een soortgelijke voorziening te treffen."

Persdienst Bisdom Haarlem / Wim Peeters


Voor het laatst gewijzigd: