Terugkeren tot de Bron
gepubliceerd: dinsdag, 2 februari 2016
Albert Einstein is wereldberoemd om zijn relativiteitstheorie. Maar in zijn brieven schreef hij over een ‘machtige onzichtbare kracht’ die hij zelf veel belangrijker vond.
De onbekende Einstein
Op de nieuwjaarsreceptie kreeg ik van een van de gasten een tekst van Albert Einstein. Het was de inhoud van één van de 1400 brieven die zijn dochter Lieserl in de jaren tachtig, ruim 25 jaar na zijn dood, aan de Hebreeuwse Universiteit had gedoneerd. Zij vervulde daarmee de wens van haar vader die haar had gevraagd “de brieven zo lang te bewaren als nodig zou zijn, jaren, decennia, totdat de maatschappij voldoende ontwikkeld is om te accepteren, wat ik hierin uitleg... Toen ik de relativiteitstheorie voorstelde, waren er maar weinigen die mij begrepen. Wat ik nu onthul om over te brengen aan de mensheid, zal ook botsen met misverstanden en vooroordelen in de wereld”.
Het verklaringsprincipe van alles
Hij schrijft in de brief over een geheim dat aan het hele universum ten grondslag ligt, en dat veel belangrijker is dan zijn relativiteitstheorie. “Er is een extreem machtige kracht waarvoor de wetenschap tot nu toe geen formele verklaring heeft. Het is een kracht die alle andere omvat en beheerst, en zelfs ten grondslag ligt aan elk verschijnsel in het universum, en toch door ons nog niet is herkend. Deze universele kracht is Liefde.
Toen wetenschappers zochten naar een alomvattende theorie van het universum, vergaten ze de meest machtige onzichtbare kracht.” Einstein bedoelde dit niet als een vrome gedachte of een morele waarheid, maar als werkelijke ‘energie’ die het hele universum draagt, als het ultieme wetenschappelijk verklaringsprincipe van alles. Hij was zich er terdege van bewust dat de rationalistische materialistische geest van zijn tijd niet open was om dit geheim te vatten, maar hoopte dat toekomstige ervaringen van de mensheid en de vooruitgang van de wetenschap hier wellicht verandering in zouden brengen. Inmiddels zijn we zestig jaar verder. Nog steeds viert een naïef materialistisch denken hoogtij, maar het lijkt op z’n grenzen te stuiten.
Geest en materie
Hoe dieper de wetenschap doordringt in het wezen van de materie, hoe raadselachtiger alles wordt. Uiteindelijk is alles opgebouwd uit atomen, die weer bestaan uit protonen, elektronen en neutronen, die op hun beurt weer zijn terug te brengen tot zogenaamde kleinste deeltjes, ook wel ‘Higgs deeltjes’ of ‘God partikels’ genoemd. En daarmee zijn we op wonderbaarlijk terrein. Deze ‘deeltjes’ of trillingen lijken hun eigen leven te leiden en te reageren op het denken. Hoe dieper we doordringen in de materie, hoe dichter we komen bij de geest. “Alles is geest”, zei Boeddha al, en ook Jezus zelf sprak vaak over de geest die zoveel sterker is dan de materie en het biologisch leven, en in vele tekenen liet Hij het ook zien. In de materie drukt de geest zich uit, en de hoogste manifestatie van geest is de liefde.
Voor Einstein is dit de grote universele kracht, die alles verklaart en betekenis geeft. “Dit is de variabele die we al te lang hebben genegeerd, misschien omdat we bang waren dat dit de enige energie is in het universum, die de mens niet heeft geleerd te beheersen.” En dan vat hij alles samen: “Liefde is God, en God is Liefde.” Ik schreef het al eerder. Liefde is geen energie die je in een potje kunt stoppen. Het is een beweging tussen twee harten. Liefde veronderstelt een persoon die liefheeft. De liefde is eeuwig, en heeft geen begin en einde. Zonder het besef van een liefhebbende God die er was vóór de oerknal en zich daarin manifesteert, en door zijn Geest alle beweging en ontwikkeling in het universum draagt, is alle verdere verklaring onzin.
De toekomst van schoonheid
Aan dit besef hangt de toekomst van de mensheid. “Als we als species willen overleven; als we zin willen vinden in het leven; als we de aarde willen redden en elk wezen dat daar woont,” schrijft Einstein, “dan is liefde het enige en ultieme antwoord.” Want waar geen liefde is, daar ontkiemt haat. Meer dan ooit is dit een oproep voor onze tijd. We voelen dat het kil wordt in onze wereld, dat agressie, haat en geweld ongekende vormen aannemen. Politici zoeken naarstig naar oplossingen, maar vergeten - in de woorden van Einstein - de belangrijkste “variabele”, de “machtigste onzichtbare kracht”, de liefde.
Ook politiek, economie en de betrekkingen tussen mensen en volkeren kunnen uiteindelijk niet zonder liefde. We lijken soms op mensen die rond een elektrische kachel zitten die langzaam afkoelt. We doen alles om de warmte vast te houden, maar vergeten dat we als samenleving de stekker uit het stopcontact hebben gehaald. De bron van alle licht, leven en liefde is God. Er is geen andere.
Het is tijd ons weer aan te sluiten op de Bron, als we door onverschilligheid of om een andere reden de band met Hem hebben verbroken. Hij wacht op ons met immense tederheid. Er is door het offer van Christus altijd een weg terug, maar we moeten wel zelf bereid zijn die weg te gaan. Vergeving vragen voor alles wat niet goed was, en onze wegen richten naar de liefde tot God en de naaste. De Kerk heeft daarvoor een prachtig sacrament. Dan kan Gods kracht en liefde weer in ons leven stromen. Je moet eerst liefde ontvangen, om het te kunnen geven.
Het was de inspiratie van paus Franciscus om in dit jaar van de barmhartigheid de deuren van de genade wijd open te zetten. De toekomst is onzeker, en de tijd is kort. Moge dit jaar van barmhartigheid en de komende veertigdagentijd ons bemoedigen een nieuw begin te maken: Liefde, vergeving en vrede van God ontvangen, en dan uitdelen aan de wereld om ons heen.
+ Mgr. dr. Jozef M. Punt
Bisschop van Bisdom Haarlem-Amsterdam